31
Groninger jaren was hij voorzitter van de Studenten-
afdeeling van het Vlaamsche Willemsfonds. Gerbrand
Adriaensz. Brederode lag hem even na aan het hart
als de Fries Gysbert Japickx. Bij al zijn waardeering
voor het werk der Halbertsma's gaf hij in het Alg.
Nederl. Verbond den eersten stoot voor een monument
voor Hildebrand.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat dit Groot Neder
landerschap er toe bijdroeg, hem tot een overtuigd
en koppig Kollewijniaan te maken met de grond
gedachte: één volk één taal".
Hij heeft zelfs in 1897 gepoogd, bij de uitgave van
een bundel zijner Friesche verzen, ook daarin een
„vereenvoudigde spelling" toe te passen. Dit werd
evenwel zóó eenparig en zóó beslist afgeweerd, dat
Schepers zich eenigen tijd lang buiten de Friesche
taalbeweging voelde gesteld.
Hoezeer hij als Groot-Nederlander werd erkend,
bleek toen het Taal- en Letterkundig Congres te
Haarlem zou worden gehouden en Schepers tot voor
zitter zou worden aangewezen. Door den oorlog is
dit congres te Haarlem niet doorgegaan.
Een bijzondere positie wist Dr. Schepers zich in
Haarlem te verwerven, door de oprichting van de
Friesche Vereeniging „Gysbert Japickx" op 22 Dec.
1897, waartoe o. a. medewerkten Johan ^Winkler,
Dr. Brongebsma en een jong sergeant J. J. Hoff,
die zich ontwikkeld heeft tot den zeer populairen
schrijver Jan fen 'e Gaestmar, maar ook (geschoold
door den Haarlemmer Dr. Gallandet Huëi) tot
een der scherpzinnigste wetenschappelijkste kenners
der Friesche taal en haar streek-uitspraak. Tijdens
zijn langjarig voorzitterschap en ook daarna al
voerde een ander den hamer was en bleef