34:
gebleven. Van 1667 tot 1684 maakt bij meermalen deel uit
van het bestuur van het Lukasgilde, van wier leden hij ook
in 1675 een portret maakte. Op den 21sten October 1668
trouwde Jan de Bray Maria Hees 2). Den 4den November
1669 stierf zijn vrouw. Onze schilder wordt den 8sten Juni
1670 in een notarieele akte genoemd, waarvan het onder
werp een strijd over de nalatenschap der overledene was.
Op den 24sten April 1672 trouwt Jan de Bray voor de tweede
keer. Zijn nieuwe echtgenoote was: Margaretha de Meyer.
Den 21sten December van hetzelfde jaar maakt hij zijn
testament. Amper een jaar later ontrukt de dood hem zijn
vrouw en den lOden Mei 1673 wordt zij met groote praal
in de St. Bavo ter aarde besteld 3). Vijf jaren later huwt
de schilder ten derde male. Zijn trouwakte van den 23sten
Januari 1678 met Victoria Maria Magdalena Stalpaert
van der Wielen is behouden gebleven. Dit huwelijk was
ook niet van langen duur; op den 30sten April 1680 overleed
zijn echtgenoote. Een schriftelijke mededeeling van Juni 1680
doet ons weten, dat zijn zoon is gestorven; overigens is dit
de eenige keer, dat wij iets over hem te hooren krijgen.
Nu wordt Jan de Bray nog meermalen bij oneenigheden
over erfenissen genoemd, een teeken van zijn wankele
finantieele positie. Deze zaken loopen ook slecht voor hem
af, want den 21sten April 1689 moet hij zich failliet laten
verklaren. Hij houdt een vendutie van zijn geheele inboedel.
Zijn schilderijen, zijn etsen, zijn teekeningen en boeken
worden geveild. Waarschijnlijk waren er onder de schilde
rijen ook stukken van andere meesters. In ieder geval
worden etsen genoemd, die niet van hem afkomstig zijn.
Er worden ook drie huizen verkocht. Jan de Bray was
toen een man van nauwelijks over de zestig. Deze beproeving
schijnt zijn innerlijk sterk te hebben aangegrepen. Zijn
scheppende kracht verslapt geheel. Tot aan zijn dood te
Haarlem in 1697 wordt er in geen geschriften meer gewag
van hem gemaakt. Zijn familieleden hadden al vóór hem
het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Op den 4den Januari
1697 werd Jan de Bray begraven.
2) Te Amsterdam, Rijksmuseum, No. 614.
2) A. v. D. Willigen, Les Artistes de Harlem.
3) Akte en noodige geldmiddelen: Fl. 24.