Het gelaat, in drie kwart profiel den beschouwer toegekeerd, is omlijst door zacht golvend haar, dat tot op de schouders neerhangt. Op zijn hoofd draagt hij een klein zwart hoofd deksel. Salomon de Bray heeft een smalle snor en een klein puntbaardje. Hij kijkt den toeschouwer aan; zijn uitdrukking is gereserveerd en onderzoekend. Op het punt van schildertechniek vertoont deze teekening een groote meesterschap. Iedere schakeering is door preciese arceeringen duidelijk aangegeven. Ieder plooitje is fijntjes gekarakteriseerd. De uitgebeelde is achter de balustrade schuin in het vlak gezet. Hij steekt plastisch af tegen den achtergrond, die is aangegeven door de erop vallende schaduw. Dit blad diende tot voorbeeld voor een houtsnede van Dirk de Bray 1). In verband met deze teekening uit Berlijn moeten wij even op de beeltenis van een echtpaar wijzen, dat op een veiling te Parijs te zien was 2). Man en vrouw zijn in streng profiel afgebeeld, voor een achter grond die door een gordijn wordt afgesloten 3). Zij dragen beide een donker gewaad, van een stof, die nader is bepaald door de erop aangebrachte glimlichten. De man steekt zijn linkerhand onachtzaam maar met een sprekend gebaar uit. Zijn gelaat is omgeven door zacht golvend haar, waarop een klein zwart kapje is geplaatst. Hij draagt een smalle snor en een klein puntig baardje. Een bijzonder kenteeken is de geprononceerde neus. Het profiel van zijn vrouw vertoont met het zijne een merkwaardige gelijkenis, daar het bijna een herhaling is van zijn gezichts-omtrekken. Ook haar haren zijn door een nauwsluitend zwart kapje bedekt. Het dunkt ons, dat we hier met de beeltenis van Salomon de Bray en zijn vrouw te doen hebben. Ten eerste wijzen wij op de klaarblijkelijke physionomische overeen komst met de teekening te Berlijn, d. i. het portret van Salomon de Bray. Verder wordt ons vermoeden bekrachtigd door de notitie over dit werk in een notarieele akte van den Zie D. Vis Blokhuyzen, Description des estampes qui torment l'oeuvre gravé de Dirk de Bray, Rotterdam, 1870, No. 122. 2) Parijs, Petit, veiling Prinses Mathilde, Mei 1904, No. 121. 3) Waarschijnlijk heeft deze portrettrant zich uit het type: médaille geont- wikkeld. Zie een dergelijke compositie van Rubens: Tiberius en Agrippina, te Weenen, Liechtenstein Gal., Afb. „Klass. d. Kunst", Rubens, pag. 59.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 63