42
Belgischen kunsthandel te vinden waren en die dezelfde
personen weergeven, mogen we zeker als herhalingen van
's meesters eigen hand beschouwen.
Uit hetzelfde jaar, dus 1658, stamt nog de beeltenis
van een knaap die we hier willen noemen, omdat ze een
afwijkend portrettype vertegenwoordigt L). Afb. 3. We zien
den jongen ten halven lijve, naar rechts gewend. Over zijn
donker fluweelen buis ligt een witte kraag, die bij wijze
van halsdoek is omgebonden en door een strik wordt
samengehouden. De gevoerde manchetten zijn omgeslagen.
In zijn handen draagt hij een gevlochten mand met appelen
en druiven; een wingerdrank slingert zich om zijn arm.
Zijn gezicht is vol en breed; de haren vallen in zachte
golvingen tot op de schouders neer. Hij kijkt den toeschou
wer aan. Wat wij verder boven over het modelé, de behan
deling van het iicht en de lichaamsvormen opmerkten,
geldt hier in nog hoogere mate. De schilder heeft de nuances
nog fijner uitgewerkt. Hij weet de geaardheid van de
stoffen, evenals die van haren en vruchten, goed te ver
aanschouwelijken. Zoo geprononceerd konden we dat tot
nog toe niet in zijn werken vinden. Licht en schaduwpartijen
worden juist gevoel voor hun waarde verdeeld. Zoo bereikt
hij een groote verfijndheid in hun spel.
Het nieuwe van zijn opvatting is, dat er nu, buiten het
portretachtige om, ook een genrestuk is ontstaan. Jan
de Bray wilde nu niet alleen het wezen van den jongen
geven, hij legde ook den nadruk op bijkomstigheden, een
mand, vruchten, een wingerdrank. Maar deze trek van den
zedenschilder heeft bij Jan de Bray meer een ondergeschikte
beteekenis en zal bij hem nooit van zulk belang zijn als in
het werk van zijn vader.
Uit de productie van de volgende jaren willen we op
een vrouweportret wijzen (gedateerd 1660). Afb. 4. Het is
bijzonder karakteristiek voor de opvatting van den kunste
naar in dit tijdvak 2). Het is een kniestuk van een staande
figuur; de uitgebeelde is naar links gewend. Ze steunt
J) Te London, Dutch Exhibition, Royal Academy, 1929, No. 366, gesign.,
gejm. 1658. Dezelfde persoon vinden we afgebeeld op een teekening te Amster
dam, privébezit uit 1658. Volgens de vriendelijke aanwijzing van H. Schneider.
2) London, privébezit, gesign., gejaarm. 1660.