datgene opgeven, wat tot dusverre als individueel aan hem viel op te merken, en moeten constateeren, dat hij zich dan geheel bij de heerschende kunstrichting aansluit. Een typisch voorbeeld voor den rijperen stijl van Jan de Brat is een portret, genaamd Jean de la Chambre, uit het jaar 1662 1). Wij kunnen daarin zien, dat ook zijn opvatting van een mansportret de geest, die uit het boven genoemde portret spreekt, kan vertoonen. We vinden weliswaar die representatieve trek hier niet in zulke mate terug als in het werk van 1660 (hetgeen zich trouwens uit het onderwerp laat verklaren). De uitdrukking van het gezicht is met meer opmerkzaamheid geobserveerd, maar onze schilder doet toch geen afstand van het uitschilderen van de statigheid der verschijning 2). Er wordt meer contact met den beschouwer gezocht; de uitgebeelde ziet ons uit het beeld aan. De beteekenis van de ruimte is hier niet zoo groot als op het schilderstuk te London, hoewel het lichaam van den uitgebeelde overtuigend is weergegeven. Een hand, een arm, en ook het gelaat, worden plastisch uitgewerkt en door glimlichten gereleveerd. Licht- en schaduwpartijen zijn knap over het doek verdeeld. Dit portret is een typisch voorbeeld van de kunst van Jan de Bray in het tijdperk, waarin hij het hoogtepunt van zijn scheppen heeft bereikt. (De tijdruimte van ongeveer 1657/'58 tot 1666/'67). Wij zien bij hem in dezen tijd een groote beheersching van zijn techniek, een nauwlettende observatie van de natuur, en tegelijkertijd het streven, het wezen, het karakter van een persoon te vertolken. Een bijzonder goed voorbeeld voor Jan de Bray's opvat ting in dezen tijd is een vrouweportret te Luxemburg uit het jaar 1663. Afgebeeld is Agatha van Hoorn, de echt- genoote van den burgemeester van Haarlem, C. Gulden wagen 3). Weer is het een kniestuk, maar van een zittende figuur. Over haar zware, zwarte kleed ligt een gladde, witte kraag, die tot over de schouders valt. Uit de half- J) Te Amsterdam, Fred. Muller, Veiling Six, 10-7-1923, No. 101, gesign,. gejaarm. 1662. 2) Hetgeen bijzonder duidelijk is in de zorgvuldige uitvoering der onder deden, bijv. bij de behandeling der stoffen, handschoenen etc. 3) Te Luxemburg, Musée Pescatore, catalogus 1872, No. 18, gesign., Gejm. 1663.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 70