56 peerd. Kenschetsend voor het stadium van ontwikkeling, waarin zich Jan de Bray bevindt, is de zoogenaamde „aussere Einheit", verbonden met een neiging tot vertellen. Zijn kunnen is welhaast volmaakt. Hij is meester over de middelen, die een schilder heeft, om aan zijn opgave te voldoen. We zijn het niet eens met A. Riegl, die in dit werk reeds een sterk akademische trek ziet. Naar ons dunkt is deze hoedanigheid nog pas in geringe mate aanwezig. Het belangrijkste van dezen tijd zijn twee regenten stukken, die zich eveneens te Haarlem bevinden: De regenten en de regentessen van het leprozenhuis J). Afb. 6. De compositie van dit regentessenstuk is gelijk aan die van het in 1664 geschilderde werk van de regentessen van het kinderziekenhuis. Weer zitten de vrouwen om een tafel, die als een wig in de diepte dringt. Weer zien we, naast elkaar uitgevoerd, portret en vertelling. De „aussere Einheit" blijft bestaan. Weer hebben wij voeling met de uitgebeelden, weer is het onafhankelijke gebarenspel te zien. De schildering van het stofkarakter is zorgvuldig, het relief der gezichten wordt door breed opgezette glim lichten versterkt. De achtergrond wordt door vertikale vooruitspringende muurgedeeltes in vlakken ontbonden. In principe heeft het werk geen verandering ondergaan tegenover dat van 1664. Deze ontleding geldt niet voor het pendant: de regenten van het leprozenhuis. De schikking is weliswaar dezelfde gebleven, maar het onderling verband van de uitgebeelden is anders. De gedaanten der twee bestuurders, die rechts en links van de tafel zitten, brengen het contact met den beschouwer tot stand. Van de tweede groep echter, be staande uit de derde regent, een „voorspraak" en een zieke jongen, ziet niemand in onze richting. Zij vormen een in zich zelf besloten gedeelte van het tafereel. Voor de verbinding tusschen deze twee groepen zorgt het gebaar van den links gezeten regent 2). Deze poging tot verbinding Te Haarlem, Frans Hals Museum, cat. van 1929, No. 38, gesign., gejm. 1667. 2) Deze waarnemingen zijn van A. Riegl overgenomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 86