zooals A. RlEGL ons wil doen geloven. In zijn rijper werk rijp wat zijn kunst betreft neigt hij tot de Amster- damsche richting. Voor ons overzicht is hiermee Jan de Bray's werkzaam heid als schilder van dergelijke groepen teneinde 2). Por tretten van enkele of meer figuren vormen gezamenlijk den indruk, dien men van Jan de Bray's kunst krijgt. De tafereelen met historische inhoud zijn volgens aantal en kunstgehalte van minder belang. Zij geven ons geen begrip van het wezen van deze toch opmerkelijke persoonlijkheid in de 17de eeuwsche hollandsche schilderkunst. Jan de Bray's beteekenis ligt in het feit, dat hij, tegen den invloed in van Frans Hals en de Amsterdamsche modeschilders, zijn persoonlijkheid wist te handhaven. En dat hij zelfs een eigen stijl kon vinden, die voldeed aan de eischen, welke aan een kunstenaar worden gesteld. G. W. Moltke. Een groot schuttersstuk is volgens E. W. Moes, Thieme-Becker, Künstler- lexikon Bd. IV, pag. 556, weggeraakt. Maar daar zijn geen bronnen aangegeven, waarin dit werk genoemd is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 91