64 Een eeuw later worden wel proveniers op last van de stedelijke regeering opgenomen, blijkens een aan- teekening in 1510 x): „doe setten ons die burghe- „meeste(r)s van Harl(e)m int gastbuus Jan Willemsz... „voer een provenaer boven in dat gasthuis om scade, „die hij gheat heeft van die stede van Harl(e)m". In het begin der 15e eeuw, na den bouw van het Nieuwe gasthuis in de Groote Houtstraat, worden terstond de bewijzen van de aanwezigheid van prove niers talrijker. Vermoedelijk bood dat gasthuis ook meer gelegenheid tot hun huisvesting; immers, de proveniers, die zich ingekocht hadden, kregen afzon derlijke kamertjes boven, terwijl zij, die uit liefdadig heid werden opgenomen, beneden huisden, te zamen in zalen, onderscheiden in mannen- en vrouwenhuis. In het archief van het gasthuis zijn contracten van alimentatie in origineel aanwezig uit de jaren 1415 en 1417 2), waarbij respectievelijk Aechte Claes die RuYSKENweduwe en Lisabet Jacop DoNCKERsdochter al haar goederen schenken op voorwaarde van levens lange huisvesting, kost, kleeding en dekking. Verder wordt er van deze overeenkomsten ook af en toe melding gemaakt in de verschillende registers, vooral in de registers van renten, gaande uit huizen en landerijen, en de registers van jaarlijksche inkomsten en uitgaven 3). Dirck Baeck, priester, begiftigt den gasthuismeesters in 1421 ten behoeve van het gasthuis met een jaarrente van 3 gouden Gentsche nobels, 4 maden lands in den ban van de Liede en verscheidene goederen, die hij na zijn dood zal nalaten, mits zij hem er een kamer geven met eten en drinken, vuur x) In archief gasthuis nr. 679. 2) Ibidem, nr. 212 en 3. 3) Ibidem, nrs, 67 en 110.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 96