65 en licht; voor zijn kleeding en schoenen, die hij zelf zal bezorgen, moeten zij hem jaarlijks Va gouden Engelschen nobel uitreiken 1). Ook echtparen kochten zich aldus wel in. In 14:31 staat aangeteekend, dat Dammes Claeszoen en Machteld Jansdochter ,,zijn wij ff", voor 200 gouden „Vranckrijckse Tournoyse" kronen hun proven koopen. Zij betalen echter slechts 200 gouden „Phylippus Bourgonsce" schilden. „En(de) „wes dair an ghebreect, dat die scilde voirs. alsoe ,,goet niet en zijn als die cronen voirn., dat sullen ,,die erffnamen van hem beyden, van wyen die dair „eerst sterft, wtreyken en(de) betalen van horen ghe- „reesten goeden, die sy affter laten is dan ook de voorwaarde, waarop zij worden aangenomen. Tevens wordt bepaald, dat wat zij aan „beddinge en kleeding in het gasthuis gebracht hebben, daar na hun dood zal blijven. Dit laatste vloeit voort uit een recht, dat liefdadige stichtingen zich meestal voorbehielden: het recht op de nalatenschap van in het gesticht overleden geali- menteerden. Het wordt in 1540 door het St. Elisabeths gasthuis als bijzonder privilege aangehaald bij een proces, dat men toen voor het Hof van Holland voerde over de goederen, die een zekeren in het gasthuis overledenen Ysbrand WlLLEMSZ., die „vuyt „naecte armoede gegaen was int voors. gasthuys, „ende aldaer eenich tijt van de aelmissen van den „gasthuyse geleeft" had, waren aanbestorven. Dan voeren de gasthuismeesters aan, „dat van ouden „hercomen tvoors. gasthuys sulcs geprevilegieert was, „dat tselve gasthuys succedeerde in alle dachter- „gelaten goeden, die eenige p(er)soenen, die in tselve Ibidem, nr. 381, fol. 36.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 97