- 70 - vertoeven, daer door constringeren haer de onredelijke Vragt te moeten geven". Om die reden werden in dat jaar de vervoerprijzen nogmaals uitdrukkelijk vast gesteld. Toch was er van een werkelijk veer een overeen komst tusschen beide steden teneinde beurt om beurt de voerlieden te laten rijden - geen sprake. Werkelijke wagenveren zijn, zeker in vergelijking met beurtveren, trouwens uiterst zeldzaam in Holland. Het eerste „wagenveer" hier te lande dateert uit 1660 en liep tusschen Amsterdam en 's-Gravenhage. De derde druk van het bekende Reis-boek van Jan ten Hoorn van 1700, die onder het hoofd Haarlem geen enkelen postwagen noemt, vermeldt wel bij Amsterdam de „Ordres op den Post-wagen tusschen Amsterdam en 's-Gravenhage", welke dienstelken dag werd gereden. Men kon van Amsterdam naar Haarlem meerijden voor den prijs van een gulden en twee stuivers. Het tweede wagenveer volgde ongeveer in 1670 en verbond Amsterdam en Arnhem. De mededeelingen, welke Wagenaar in 1765 ons doet over de „wagenaers" toonen ook duidelijk aan, dat er slechts weinig werkelijke wagenveren in Holland waren. Weliswaar schrijft hij,,Tot gerijf van reizigers en Koop luiden zijn, hier ter Stede, al vroeg, een goed getal van Wagenaars of Voerluiden, toegelaaten, die, vooraf ver lof verzoeken moeten van Burgemeesteren", maar hij wijst er vervolgens op, dat „sedert het invoeren der Jaagschuiten is er, op verre de meesten (Steden) geen geregeld Wagenveer, dan bij beslooten water", hoewel men in de voorgaande eeuw wel geregelde vracht wagens op de naaste steden placht te hebben. Ook Wagenaar vermeldt slechts twee geregelde diensten nl. die van Amsterdam op 's-Gravenhage en op Arnhem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 106