GEORGE VOORHELM SCHNEEVOOGT (i775-l85o) De namen Voorhelm en Schneevoogt kunnen onzen stadgenooten, die er niet uit anderen hoofde mede vertrouwd zijn, bekend zijn door de naar beide bloemisten genoemde straten ten Oosten van den Kleinen Houtweg. Hun faam was gedurende meer dan twee eeuwen ver over onze grenzen verbreid. 2) Zij verzonden hun bloembollen niet alleen naar de ons omringende landen, maar ook naar Italië, Scandinavië, Rusland, Turkije en andere verderafgelegen streken. Hun prijscouranten werden overgenomen in buiten- landsche werken over tuinbouw, en zij onderhielden persoonlijk relaties met vooraanstaande plantkundigen en bloemenliefhebbers in het buitenland. De oudste in Nederland bekende Voorhelm, Dirk Janszoon, huwde in 1637 te Haarlem als weduwnaar, (1) Het woord „bloemist" had in de 18e en het grootste deel der 19e eeuw een andere beteekenis dan nu. Het werd uitsluitend gebruikt ter aanduiding van hen, die wij thans „bloembollenexporteurs" noemen, en ging zelfs in de spelling „bloomist" en „bloomistry" over in de tuinbouw- literatuur van Engeland, waar men deze categorie niet kent. Hildebrand in „Een onaangenaam mensch in den Haarlemmerhout" (1839) „de bloemisten van den Kleinen Houtweg" vermeldend, moet daarbij vooral aan Voorhelm Schneevoogt gedacht hebben als vertegenwoordiger van deze bijzondere Haarlemsche kaste uit dien tijd. De in 1869 opge richte „Bloemistenvereeniging te Haarlem" was een bond van bloem bollenexporteurs. Sedert het eind der 19e eeuw worden echter onder „bloemisten" verstaan zoowel bloemkweekers en hoveniers, als bloemen- winkeliersbedrijven, die geheel gescheiden zijn van bloembollenteelt en handel. (2) De belangstelling in dit geslacht is in het buitenland nog niet ver flauwd. Nog in 1935 verscheen in het Journal of the Royal Horticultural Society een artikel van W. Roberts over „The Voorhelms of Haarlem" met facsimilé van een factuur over een bloembollenleverantie in Engeland en een reproductie van den titel der engelsche uitgave van de handleiding der firma voor de Hyacint.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 121