- 82 - en daarna nog twee maal. Hij was afkomstig uit he Duitsche dorp in Münster, Westfalen, welks naam hij droeg en dat hij als wederdooper, vermoedelijk om den geloofswille, verliet. Van hem stammen in rechte lijn achtereenvolgens af: Pieter (j- 1728), Simon (j" 1759) enJoRis of George (1712-1787), wiens dochter Catha- rina (1742-1800) Gottfried Schneevoogt (1744- 1802) huwde. Dit echtpaar had een zoon, die den naam zijner moeder aan zijn geslachtsnaam toevoegde, George Voorhelm Schneevoogt (1775-1850), aan wien deze regelen zijn gewijd. Zijn voorouders hadden allen een belangrijk aan deel in de ontwikkeling van het bloembollenvak. Pieter bracht de dubbelbloemige Hyacinten op den voor grond, die gedurende de geheele 18e eeuw de Tulpen van de eerste plaats verdrongen en weldra de bloembol bij uitnemendheid geacht werden, terwijl alle andere, ook de tulp, zich met een plaats onder het „bijgoed" moesten tevreden stellen. Simon was in zijn volle kracht tijdens de Hyacinten speculatie, die in 1734 haar toppunt bereikte, toen prijzen van 100 tot 1800 gulden per bol gemaakt werden en 10 gulden per stuk slechts voor gewone soorten als normale prijs gold. Over de afwikkeling dier transacties ontstonden tal van onvermijdelijke ge schillen en het mag als een blijk van het vertrouwen, dat hij genoot, worden opgevat, dat hij daarin menigmaal als arbiter of deskundige betrokken werd. Tot een juist begrip van deze toestanden bedenke men, dat in de 18e eeuw de Hyacint en andere modebloemen ver zamelobjecten waren, welker liefhebbers wedijverden in collecties van zooveel mogelijk verschillende soorten, waarvan het aantal in een latere periode in dezelfde eeuw wel 2000 bedroeg. Men hield er niet meer dan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 122