- 83 - één, of althans slechts enkele, exemplaren van elke soort op na. De liefhebbers plantten hun bollen in bakken, waarover in den bloeitijd een tent gespannen werd om de kleuren niet door het felle zonlicht te doen verbleeken. Perkbeplanting in grootere kleurenvakken was geheel onbekend; derhalve was slechts een gering aantal bollen van één soort in den handel noodig, zoo dat de Haarlemsche kweekerijen in haar beperkten om vang volkomen in staat waren, om in die behoeften te voorzien. Van bollenvelden, zooals wij die kennen, was dan ook nog geen sprake; deze zijn pas langzamerhand in den loop der 19e eeuw ontstaan. Joris (George) stond aan het hoofd der zaak in de dagen, toen Madame de Pompadour, wier glorietijd van 1745 tot 1765 duurde, grooten invloed op het ver bruik van Hyacinten had door haar voorliefde voor deze bloem, die zij op ruime schaal in de Fransche pa leizen invoerde. De drie edities van Joris' Traité sur la Jacinthe en de drie vertalingen in het Engelsch, Duitsch en Italiaansch, zijn een sprekend bewijs van de groote belangstelling, waarin dit bolgewas zich alom in Europa mocht verheugen. Trouwens, er was ook een Traité over hetzelfde onderwerp verschenen van de hand van pater d'Ardene, die zeer vrijmoedig uit Voorhelm's boek heeft geput. En Voorhelm's con current Nicolaas van Kampen, wiens tuin aan den Wagenweg tegenover de Hazepaterslaan gelegen was („Sieraad van Flora", thans Wilhelminapark) gaf ook een handleiding voor bloembollen uit in het Fransch, Duitsch en Engelsch met een gravure van een Hyacint naar C. van Noorde. Maar bovenal vestigde de in het Fransch royaal uitgegeven kwartijn van den Markies de St. Simon (i 720-1790) een voormalig fransch officier, die zijn laatste levensjaren in Nederland sleet, de aan-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 123