-84- dacht in breeden internationalen kring op de Hyacint. Het was dus een gulden tijd voor de Haarlemsche bloemisten en het wekt geen verwondering, dat zij in reisbeschrijvingen van buitenlanders zeer vermogend worden genoemd. Gottfried Schneevoogt, ofschoon uit IJselstein naar Haarlem gekomen, heeft zich blijkbaar spoedig in zijn nieuwe vak weten in te burgeren, want de zaak wordt onder zijn leiding even gunstig beoordeeld als voorheen. Hij stak meermalen naar Engeland over, waar hij een correspondent of agent had en in geregelde relatie stond met den botanischen tuin te Kew. Schnee voogt voerde meermalen nieuwe planten in Europa in, o.a. Hippeastrum nittatum, den stamvorm onzer Amary- lissen, dien hij reeds in 1767 bezat, terwijl als jaar van invoer steeds 1769 wordt vermeld, uit engelsche bron. Blijkt uit dit zeer summier overzicht, dat de opeen volgende Voorhelm's en Schneevoogt's hun zaak steeds op hoog peil wisten te houden, George Voor helm Schneevoogt verhoogde nog in belangrijke mate haar aanzien, daar hij aan de eigenschappen van den ervaren vakman, die van wetenschappelijken zin paarde. Het wekt dan ook rechtmatige verwondering, dat over een man van deze beteekenis geen enkele levensbeschrijving is uitgegeven. Ofschoon de thans nog voorhanden gegevens gering zijn, moge een be scheiden poging om de figuur van George Voorhelm Schneevoogt aan de vergetelheid te ontrukken, in dit Jaarboek op haar plaats zijn. In het jaar zijner geboorte (1775) stond de bloem bollenzaak van zijn vader, zooals wij zagen, reeds ge durende drie geslachten aan de spits van deze bedrijfs tak. Naast de oude zaak van Dirk en Pieter Voorhelm had zich die van Simon Voorhelm zelfstandig ont-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 124