- 95
r oorsprong dezer nieuwigheden, althans gedeeltelijk, in
n Schneevoogt's zaailingen gezocht moet worden.
Van de vele uit de Kaap en van elders door zijn firma
ii ingevoerde bolgewassen werd reeds melding gemaakt.
Hiertoe behoorde o.a. de scharlakenroode Gladiolus
is cardinalis, die, in 1783 ingevoerd, tien jaar later door
n Schneevoogt in zijn Icones werd beschreven en af-
e gebeeld. Deze Gladiolus werd de stamvader van vele
e latere tuinrassen, zooals van de in 1828 door Schnee-
:- VOOGT gewonnen G. ramosus, die eveneens gedurende
t- tal van jaren een begeerde tuinplant was.
Van deze aanwinst trachtte hij een zoo getrouw
mogelijke afbeelding in waterverf te verkrijgen en gaf
r daarbij een treffend staaltje van de hooge eischen, die
hij aan de uitbeelding zijner planten stelde. Drie achter-
r eenvolgende jaren liet hij drie verschillende schilders
L- hun talenten hieraan besteden, maar eerst het resultaat
is van de derde poging, door H. Reekers in 1835, mocht
e zijn goedkeuring verwerven. Daar de drie aquarellen
r, alle in mijn bezit zijn, valt de loop van zaken gemakke-
ie lijk na te gaan. Inderdaad waren de beide eerste af-
e beeldingen onbevredigend en voldeed alleen die van
g Reekers aan de hoogste eischen.
:r In 1837 werd de firma geliquideerd. De verdwijning
n van deze zaak, die op een roemrijk verleden van meer
:- dan twee eeuwen kon bogen, kwam zelfs voor goed-
e ingelichten onverwachts. Al bezitten wij geen verkla
ring van Schneevoogt zeiven over zijn verbreken van
n de fiere belofte, in zijn advertentie van 1826 gedaan,
l' dan is toch wel in te zien, wat hem tot dit bittere be-
r) sluit zal hebben genoopt. Vijf opeenvolgende generaties
ir Voorhelm en Schneevoogt hadden geleefd in den on
afgebroken glorietijd van de Hyacint en gedurende al
ir
