- 99 1879) merkte daarover, na een nieuwe poging tot af dingen, in zijn antwoord (4 Aug. 1834) op: „Indien ik mij nu bij dit alles voor den geest breng, hoe aan de eene zijde velen mijner begunstigers bij U en anderen den naam hebben, van buitenslands tot zeer lage prijzen af te zetten, en hoe aan den anderen kant juist de heer Schneevoogt gezegd wordt, zijne prijzen hoog te noteeren (de waarheid hiervan in het midden ge laten) en wanneer ik dan het afdingen van den laatste tegenover de grage kooplust der eersten stelle, waarlijk, dan wordt mij een en ander een Problema, dat ik mij niet in staat gevoel op te lossen". Een andere ongunstige factor is af te leiden uit een brief van den bekenden Berlijnschen Hyacintenkweeker Mathieu uit het jaar 1830, waarin deze zich beklaagt over de minder goede kwaliteit der door Schneevoogt geleverde bollen. Mathieu meende, dat Schneevoogt's gronden voor de teelt niet meer geschikt waren, en ried hem sterk aan nieuwe kweektuinen te zoeken. Het is meestal gemakkelijker een nieuwe zaak naar de eischen van het oogenblik in te richten, dan een oude radikaal te hervormen. In de laatste jaren was zijn om zet blijkbaar gestadig achteruitgeloopen, zonder dat hij kans zag, zijn zaak op de gewijzigde omstandigheden in te stellen. De bekende Noordwijksche kweeker en veilingdirec teur Stegerhoek, die Schneevoogt's hyacinten en ranonkels te Noordwijk verzorgde, schreef aan Schnee voogt in antwoord op zijn mededeeling over zijn voor nemens: „Ofschoon mij uw schrijven zeer onverwacht kwam en mij bijzonder trof, moet ik U echter geheel gelijk geven van zo te handelen, eer gij U ten volle be derft. Ik geloof ook, dat er voor den eigenlijken bloemist thans weinig meer te verdienen valt, daar bijna alles in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 139