ELSWOUT c. A. EN DE MILITAIREN
SEDERT DE BATAAFSCHE
REPUBLIEK
Daar in Haarlem gedurende de 19e eeuw meesten
tijds een garnizoen gelegerd is geweest en exercitie
terreinen hiervoor in de onmiddellijke omgeving der
stad ontbraken, gelijk ook nu nog, heeft de overheid ter
verkrijging daarvan, al spoedig het oog laten vallen op
de uitgestrekte duincomplexen onder Overveen en
Bloemendaal, zoodat de eigenaren dier gronden groote
gedeelten van hun bezit als oefenterrein gebruikt zagen.
Ook Elswout kon zich in een dergelijke belangstelling
verheugen en reeds in 1803 had een legerafdeeling van
den Franschen overheerscher haar tenten opgeslagen in
de omgeving van het oude Kraantje-Fek of Rockaerts-
duyn, dat mede aan dit feit zijn bekendheid dankt,
immers ,,in alle buitenlandsche papieren werd er van
gesproken, om het kamp, dat hier in de nabijheid op de
twee vlakken gelegen was". A. Loosjes Pz in zijn
Hollands Arkadia, 1804, blz. 99, gaat dan voort:
„Schoon de omstandigheid, die het veroorzaakte, te
bejammeren was, heb ik meermaalen met genoegen dat
vreemd gezigt in onze duinen gezien, en het scheen, dat
het den Amsterdammers ook bizonder in den smaak
viel, althans welk eene menigte bezocht die streek, bijna
dagelijks, en voornamelijk op Feest- en Zondagen. Ver
rukkelijk was op een schoonen dag vooral het kamp
agter Elswoud door de boomen te zien. De drie rijen
tenten en de bewegingen der Militairen maakten een
treffend gezigt. - Vooral was het fraai te zien, toen de
Generaal Dumonceau over de troupen de revue kwam