- 133 - gesierd hebben. Het was een ouderwetsche inrichting en het ging er ouderwets toe. Wij leerden er nog rekenen met drachmen, scrupels, duimen en Rijnlandsche voe ten, tot op een goeden - voor ons kwaden - dag een wandplaat verscheen met het „metrieke stelsel"; weg onzen en wissen en vademsHet ging er hardhandig toe; met uitgestrekte armen een lei boven zijn hoofd torsen ging nog, maar minder aangenaam was de volgende straf, die mij werd opgelegd door meester Maaswinkel. Het was een winterdag en de potkachel stond vuurrood. Voor een gering vergrijp moest ik bij de kachel staan met mijn handjes zoo dicht mogelijk bij den rooden buik van dien vuurhaard. Zoodra ik mijn handen wat terug trok, kreeg ik een tik op mijn vingers met een liniaal Voor de Kerstvacantie begon, moesten we op school nieuwjaarswenschen aan onze ouders schrijven op papier met fraaie kransjes versierd. Deze school had geen levensvatbaarheid meer en zoo verhuisde ik naar die van de heeren Knoop en Prinsen Geerligs. Wij leerden daar dingen, die thans van de baan zijn, maar die toch nuttig waren. Zoo lazen wij uit de Honderd tallen van Schmidt, die gedrukt waren in verschillende lettertypen zooals Duitsche, gebroken, cursieve letters en moesten de spelling verbeteren uit de Kakogra- phieën van Lulofs. Meester Knoop was een goed mensch, aan wien ik met dankbaarheid terugdenk, evenals aan een zijner onderwijzers, den heer Niephaus, den grondvester van het Woningbureau. De boven school werd geregeerd door den heer Prinsen Geerligs, een strenger man. Wanneer de klok negen sloeg, las meester Knoop een gebed voor, dat wij allen, Protes tanten, Roomschen, Oud-Roomschen, Joden, met ge vouwen handen aanhoorden. Gymnastiek en dansen leerden wij bij den heer Vestdijk, den voorganger van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 181