- 140 -
witte haar is Jacob van Lennep, die mooie boeken
schrijft, die je later lezen mag". „Ferdinand Huyck" is
mij nog altijd dierbaar en het beeld van den schrijver
staat mij nog steeds helder voor den geest. Niet
minder duidelijk staat mij het beeld voor den geest van
den Keizer van Brazilië en diens kleine gemalin; zij
gingen het Stadhuis binnen, juist toen wij naar de
school van tweeën liepen. Men kent den mooien kop
van den ongelukkigen keizer, die met zijn vollen witten
baard op de oude postzegels prijkt. Postzegels verzame
len was in dien tijd in hoofdzaak een jongenslief
hebberij. Wij gebruikten meestal het album van
Dannenfelser, een dwerg vergeleken bij de heden-
daagsche folianten. Een groot euvel was dat overal,
zelfs in befaamde zaken, valsche postzegels verkocht
werden, die goedgeefsche ooms en tantes ons met milde
hand schonken!
Het frankeeren van een brief werd nog lang als een
onbeleefdheid beschouwd. Vandaar dat men een tijd
lang op den achterkant een klein briefvormig etiketje
plakte, waarop gedrukt stond: „Door het in werking
treden der nieuwe Postwet, zullen alle onze brieven
voortaan aan UEd. gefrankeerd worden, wij verzoeken
U beleefd zulks wederkeerig te doen." Ook het zenden
van een briefkaart gold lang als een onbeleefdheid;
men moest het niet wagen aan een oom of tante een
„nogmaals" per briefkaart te zenden! Dat behoorde
per brief te geschieden, in keurig schrift en goedge
vormde zinnen, niet te hoog begonnen en niet te laag
voortgezet; de eeuw der haastige slordigheid was nog
niet aangebroken!