- 14 - die aan het pleintje zijn karakter zouden ontnemen; in zijn boekje over de Waalsche Kerk x) heeft hij daarvoor een lans gebroken. Toen hem een geldsom ter beschikking was gesteld om aan een kunstenaar een opdracht te geven, had Enschedé den aardigen inval om een monument te doen ontwerpen voor den onbekende die het eerst begrepen heeft, dat beplanting met helm bij uitstek geschikt is om onze duinen vast te houden; hij bood dit gedenkteeken aan de gemeente Bloemendaal aan, en wie langs den Zeeweg naar het Bloemendaalsche strand gaat wordt door het „Helmmonument" tot dankbaarheid aan den onbekenden bewaarder van onze natuurlijke zeewering opgewekt. Als goed Haarlemmer ging het Enschedé zeer aan het hart, dat het Museum van Kunstnijverheid en de School voor Kunstnijverheid te Haarlem niet konden blijven bestaan. Hij was toen penningmeester van het bestuur dier inrichtingen en heeft krachtig mede- gezocht naar een middel om ze te kunnen behouden; het mocht niet baten en te zamen met Mr. A. E. von Saher werd Enschedé met de liquidatie belast, die op i September 1926 haar beslag kreeg. Dit was hem een aanleiding een boekje over „de Geschiedenis van het Museum van Kunstnijverheid en de School voor Bouw kunde, versierende Kunsten en Kunstambachten" samen te stellen; als bijlage vindt men er de rede afge drukt, waarmede zijn grootvader Mr. A. J. Enschedé, die in de voorbereiding tot de oprichting een groot aan deel had gehad, in 1877 het Museum opende; nog geen vijftig jaar later moest de kleinzoon, weder een Mr. A. J. Enschedé, dit door de Maatschappij van Nijverheid met (1) De restauratie van de Waalsche Kerk en het Begijnhof te Haar lem met historische bijzonderheden, verschenen in 1939.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 28