- 27 - Amstel, waar hij voor de firma de door haar aan te leggen tuinen ontwierp. Deze eerste patroon is zeer oud geworden en heeft de volle ontplooiing van de gaven van zijn vroegeren medewerker beleefd. Een der weinige portretten op Springers schrijftafel was dat van den ouden heer Halverhout. Van het huis zijner ouders werd eiken dag de tocht naar zijn werk en terug te voet afgelegd. Springer was een onvermoeid wandelaar en had een ijzersterk gestel, welke eigenschappen hem van veel nut zijn geweest bij zijn latere werk. Het was hem later ook niet vergund van de fiets gebruik te maken, daar hij slechts de beschikking had over een zijner oogen. Als vele andere grooten van geest had hij slechts weinig behoefte aan slaap. Tot diep in den nacht werkte hij aan zijn ontwerpen om den volgenden morgen vroeg weer paraat te zijn en zijn groote reizen en lange wan deltochten op de vaak uitgestrekte terreinen van de hem opgedragen werken te aanvaarden. Na in Amsterdam te zijn opgevoed, bracht hij na be zoeken aan België en Duitschland nog eenigen tijd in Parijs door; gedurende dit verblijf maakte hij kennis met het werk van Le Nötre en anderen, hetgeen van veel invloed is geweest op zijn latere vorming. Hij zou eigenlijk in de plantsoenen en parken van Parijs ge werkt hebben en was dan ook met een aanbeveling daarheen vertrokken. De aanstelling bleef echter uit. Dit was de eenige keer in zijn leven, dat hij een „krui wagen" had. Later is hij altijd zonder kruiwagen ge slaagd, omdat hij zichzelf gaf en daarbij zichzelf bleef. Na zijn terugkeer uit Parijs moest hij zelf werk zoeken. Dit gelukte na veel moeite; hij ontving zijn eerste op dracht van de familie Reiger, Huize de Bruine Horst in Lunteren, voor wie hij tevens een groot boschcom plex, het z.g. Fislerbosch plantte. In 1934 was een groot 3

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 47