- 34 - voor de Belgische vluchtelingen alles te doen, wat moge lijk was om hun leed te verzachten en bovenal zich te leenen voor het omvangrijke werk, dat haar den eere- titel van „Soldaten-moeder" schonk. Dadelijk na de mobilisatie bezocht ze in het kamp in de duinen te Overveen haar beschermeling Jan Bronner (den lateren professor), merkte ze op, hoe die jonge mannen aan allerlei behoefte hadden en alom bracht zij de gemoederen in beweging om de man schappen te steunen. Ze had daarmede zeer groot succes, zij zorgde, dat kwam wat noodig was en kreeg vrijwel alles gedaan. Veel zouden we ten deze van haar kunnen vertellen, doch de toegestane plaatsruimte noopt tot beperking. We eindigen deze regelen dus met te memoreeren, dat, al vond menigeen haar taai volharden lastig en voldeed menigeen aan haar onbaatzuchtigen aandrang om van haar af te zijn - zij inderdaad voor velen een zegen is geweest. C. L. F. Sarlet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 56