- 36 - exploiteeren van eene Electrische Centrale in Boxtel, welke concessie nadien twee maal werd verlengd. Allen, die met den heer Dufour in aanraking kwamen, ge raakten onder de bekoring, welke van zijn persoon uit ging. In vele droeve jaren, die het bedrijf in Boxtel doormaakte, en de moeilijkheden waren in den beginne zeer groot, wist hij steeds raad te schaffen. Zeker heeft zijn werk te Boxtel getoond, dat Dufour voor geen zware opgave stond, maar steeds weer wist wat hij onder de gegeven omstandigheden doen moest. De overledene was van 1903 tot 1907 en 1916 tot 1921 voorzitter van het Departement Haarlem der Neder- landsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel en van 1923 tot 1930 bestuurslid van de Vereeniging voor Nijverheidsonderwijs. Van 1912 tot 1922 en van 1932 tot 1940 was hij lid van de Kamer van Koophandel te Haarlem, gedurende de eerste jaren als onder-voor zitter. In het laatste oorlogsjaar heeft hij veel gedaan als voorzitter van de Commissie tot Zakelijken Bijstand van Gemobiliseerden. Hij was voorts Commissaris van de Hollandsche Electrische Spoorwegmaatschappij, directeur van de Maatschappij van Electrische Centraalstations, even genoemd en lid van het bestuur der Groot-Noord- Hollandsche Levensverzekeringmaatschappij In 1929 werd hij door het Edison-Lichtweek-Comité te Amsterdam in het Koloniaal Instituut gehuldigd als een der weinigen, die in de eerste tien jaar na Edison's uitvindingen hun krachten aan de invoering van de electrotechniek in ons land hebben gewijd. Hem werd toen de bronzen herinneringsmedaille 1897-1929 als pionier der electrotechniek in Nederland uitgereikt. Op 1 Juli 1938 heeft de overledene de Haarlemsche Machinefabriek v/h Gebr. Figee verlaten, na meer dan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 60