- 44 - soon in de vervulling van de op hem rustende verplich tingen heeft bijgestaan, werd hij met ingang van 2 Sep tember 1898 tot Burgemeester van Leeuwarden be noemd. Reeds na 6 jaren, op 1 September 1904, aanvaardde hij het ambt van Burgemeester van Arn hem, waarna hij op 16 Maart 1910 zijne loopbaan als Burgemeester van Amsterdam vervolgde. Ook dat ambt zou hij niet lang bekleeden; nog geen 5 jaar later, op 16 Januari 1915, nam hij zijn zetel te Haarlem in. Een bezwaar noemde ik het hierboven, dat ik mij bij het weergeven van mijn indrukken van Röell's per soon moet beperken tot die, welke ik in zijn laatste 26 levensjaren ontving; groot acht ik dit bezwaar echter niet, wijl hij een zoo krachtig gestel en een zoo groote vitaliteit bezat, dat hij tot zijn overlijden steeds de zelfde gebleven is, die hij in 1915 was, en dus te voren waarschijnlijk weinig anders zal zijn geweest. Dat krachtige gestel heeft hem in staat gesteld, tot den laatsten dag zijns levens toe zijn representatieve verplichtingen te vervullen en zich overal heen te be geven, waarheen zijn groote en immer onverflauwde belangstelling hem riep. Zijn geest en zijn werkkracht waren nog in geen enkel opzicht verminderd, de liefde voor zijn werk heeft hij steeds mogen behouden. En dat werk was zeer veelomvattend, vooral in de latere jaren. Kort voor Röell's benoeming tot Commissaris der Koningin waren de Provinciale Besturen begonnen zich te bevrijden van de knellende banden, hun na de Restauratie aangelegd uit vrees, dat het herboren Nederland zich zou ontwikkelen tot een Statenbond als ten tijde der Republiek en was men begonnen in te zien, dat de Provincies ook in den Eenheids-staat mooi en zegenrijk werk in het algemeen belang konden ver richten. Een groote uitbreiding van den arbeid der

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 72