- 50 - naaste medewerkers en van hen, die in eenigerlei functie in de gelegenheid waren geweest zijn persoon en zijn werk te beoordeelen. Ik behoef slechts te herinneren aan de feestelijke wijze, waarop zijn 25-jarig jubileum als Commissaris der Koningin werd gevierd en aan zijn huldiging op 4 Mei 1940 in verband met zijn 25-jarig jubileum als Voorzitter van de Hollandsche Maat schappij der Wetenschappen. Uit de algemeene deel neming aan deze huldigingen en den bijval, die de daarbij gesproken woorden vonden, bleek ondubbel zinnig, hoezeer allen het op prijs stelden, hem te toonen, hoe hoog hij door hen gewaardeerd werd. En die waardeering gold niet slechts zijn groote bekwaam heden en zijn toewijding, maar evenzeer zijn hoffe lijkheid, zijn vriendelijken omgang, zijn medeleven met allen, met wie hij in aanraking kwam, en zijn opge wekte natuur. Hoe vriendelijk en opgewekt kon hij, bijgestaan door Mevrouw Röell, die hem daarin evenaarde, de tallooze bezoekers van zijn recepties tegemoet treden en aan ieder een toepasselijk woord toevoegen, welk een aangenaam en onderhoudend causeur was hij bij de vele maaltijden, die hij met groote gastvrijheid placht aan te bieden of waaraan hij elders aanzat, hoe geestig waren de tafelredenen, die hij dan kon houden en hoe zeer getuigden die van welsprekendheid en redenaars talent Velen, die het voorgaande gelezen hebben, zullen mij wellicht van overdrijving beschuldigen, wijl zij het niet mogelijk achten, dat een 76-jarige zooveel werk kan verzetten - en dat op een wijze, die ieders be wondering afdwong - en dat hij dan na afloop van dat werk geen sporen van vermoeidheid vertoonde. Hoe

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 78