- 67 -
hij, nadat hij te Haarlem in de maand Januari van het jaar 1481
gestorven was, begraven is in de Carmelieten Kapel.
Dolleman plaatste deze mededeeling bij den weder
opbouw na 1405, doch vermeldde erbij, dat hij niet wist, in
hoever zij overeenstemde met de waarheid. Naar mijn
meening zal een en ander slaan op den opbouw van omstreeks
1460. Deze wordt niet door hem vermeld en ook uit het
archief der heerlijkheid blijkt er niets van. x) Adriaen Pauw
vermeldde wel genoemd jaar op den steen, alsmede den
aanbouw in 1560, toen het slot versierd (verfraaid) werd met
een er voor gelegen gebouw.
Op 13 Juli 1488 sprak de Groote Raad te Mechelen een
merkwaardig vonnis uit tegen den toenmaligen heer van
Heemstede Roeland le Fevre en zijn echtgenoote Jonk
vrouw Hadewij van Heemstede, n.l. tot betaling van 1000
gouden schilden, zijnde 1000 enkele Fransche kronen, tot
zekerheid van betaling, daar zij de Heemsteedsche goederen
„verleiftocht" en de heerlijkheid van Heemstede met de
daarbij behoorende goederen hadden „gehypotheceerd". Het
schijnt, dat Roeland le Fevre later dit bedrag heeft be
taald, daar de hypotheekbrief ter registerkamer van Holland
is doorgeschrapt.
Een ander, maar zeker ernstig lot dreigde het kasteel in
1552. Althans in dat jaar begon het voorspel er van. Roeland
van Heemstede, die in 1522 heer dezer heerlijkheid was ge
worden, had zich zoo diep in de schulden gestoken, dat het
Hof van Holland hem bij een provisioneele sententie ver
oordeelde tot betaling der geëischte bedragen, waarna een
deurwaarder van genoemd hof ,,na voorgaende sommatien,
subhastatien, proclamatien ende andere solemniteiten" pro
cedeerde tot verkoop, eerst van de meubelen en daarna van
(1) Ik moge hierbij opmerken, dat het archief der heerlijkheid
Heemstede in 1911 geïnventariseerd door den burgemeester van Benne-
broek, P. N. van Doorninck, verre van compleet is. Vermoedelijk is
vroeger een groot gedeelte der heerlijkheids-archieven in bezit gekomen
van verschillende families. Gelukkig is wel te controleeren, althans voor
verreweg het grootste gedeelte, wat tot 1811 aanwezig was, dank zij den
reeds genoemden secretaris Dolleman, die de titels van verschillende
archiefstukken opteekende en ze dus aan de vergetelheid onttrok. Ook
het Rijksarchief in de provincie Noordholland bezit tal van waardevolle
stukken dezer heerlijkheid.