TWEE HAARLEMSCHE GEVELSTEENEN Een gevelsteen behoort in den voorgevel van een huis en daar, in een kleurig tafereel, ook voor den ongeletterde den naam van het huis kenbaar te maken. De kunstvaardigheid en historiezin van den mensch zijn met deze noodzakelijkheid niet steeds tevreden geweest. Om het tafereel is veelal ornament aangebracht, soms een dateering, soms de naam van het huis in letters als toelichting op het tafereel en 'n heel enkele keer, en dan heel bescheiden, de signatuur Van den maker. Slechts weinig gevelsteenen voldoen nog aan deze eischen. In den tijd, toen de huizen nummers kregen, zoowel kadastraal naar de terreinen als ge nummerd naar de buitendeuren, had de naam der huizen geen belangstelling meer en werden de kleurige gevelsteenen overgeverfd in de toen gebruikelijke „steengrauwe" kleur. Ook wel werden ze uitgebroken en aan een opkooper ver kocht. Een enkele maal werd, wanneer een huis afgebroken was, de gevelsteen bewaard en weder aangebracht in den nieuwen gevel. Dat deed men oudtijds ook wel, waardoor te verklaren is, dat in oude gevels nog oudere gevelsteenen voor komen. Ook ziet men wel eens twee gevelsteenen in één gevel. Dit is te verklaren uit dezelfde gedachte als dat er huizen zijn, die twee nummers hebben, waar men bij een nieuwe nummering'het oude nummer nog niet onmiddellijk verwijderde. Zoo sterk uit zich het moeilijk afstand doen van de oude huisemblemen, dat men ze wel eens opzij of aan den achtergevel aantreft. Maar er zijn ook zwervende gevelsteenen, die als een hond die zijn baas kwijt is, stuurloos geworden zijn en hier of daar terechtkomen. Voor den beminnaar van de schoonheid en geschiedenis is het dan een aangenaam vermaak, uit te vinden, waarvan de gevelsteenen afkomstig zijn en ze zoo mogelijk weder een plaats te geven, bij voorkeur in den gevel van het huis, dat staat op dezelfde plek, als waar het ouderlijk huis van den gevelsteen stond. Het is om deze reden, dat wij hier twee Haarlemsche steenen afbeelden. Beide gevelsteenen werden aangetroffen op een open erf van de Grafische Inrichting Joh. Enschede Zn bij andere, in den loop der jaren uit afbraak bewaarde sier lijke bouwfragmenten. Eén der gevelsteenen stelt een bakkerij voor. Men ziet den slechts matig gekleeden bakker voor den heeten oven en op den achtergrond een jongen man en een meisje bezig met wegen van deeg op een schaal. De perspec tivische verdeeling van den vloer verhoogt de diepte van het relief. Het tafereel is geplaatst in een cartouche in renaissance stijl geflankeerd door twee meer minnen. Onderaan is de steen gedateerd AN° 1611. Dan heeft de steen nog iets merkwaardigs. Er is een rond gat in. Dat is het gat van de staaf van het uithang bord, waarop natuurlijk aan beide zijden een bakkerij was afgebeeld. Zulk een rond gaatje voor een uithangteeken is iets Haarlemsch. In verschillende oude gevels ziet men een rosetvormig steentje met een gat. Maar een opening voor een uithangteeken in een gevelsteen is verder niet bekend. Het ornament duidt erop, dat de opening niet later is aangebracht, maar van den aanvang aanwezig is geweest. De steen is schoongemaakt en het tafereel opnieuw gekleurd. De andere gevelsteen, kleiner, vertoont een hooiwagen. Twee vroolijk in den pas stappende paarden trekken een hoog met hooi beladen boerenwagen met zesspakige wielen, terwijl een manneke met één voet op den disselboom de teugels vasthoudt. De steen is ontverfd maar nog niet nieuw gekleurd. Vage gegevens wijzen erop, dat de steen met de bakkerij uit de Damstraat ge komen is en die met den hooiwagen uit de Korte Begijnestraat, wellicht uit een achtergevel. Uit welke huizen komen deze gevelsteenen? Wie weet 't? A. A. Kok, Architect

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1941 | | pagina 11