- 78 -
details van het kasteel en zijn gebouwen, of mij verdiepen
in gissingen over den oudsten vorm van het kasteel, hoewel ik
mij dan op glibberige paden zou begeven, daar hieromtrent
niets bekend is; de beschikbare ruimte voor dit artikel noopt
echter tot beperking. Zoo wil ik dan eindigen met den wensch
dat iets gedaan moge worden om verdere vernietiging van
de weinige overblijfselen van het eens zoo fraaie kasteel te
verhoeden.
Ieder wien het lot van de ruïne ter harte gaat, zal het
waarschijnlijk met mij eens zijn dat restaureeren van de brug
en den walmuur wenschelijk is. Daar dit echter onder de
huidige omstandigheden uitgesloten is zal het voorloopig wel
tot de vrome wenschen blijven behooren. Om evenwel verdere
beschadiging van de brug te voorkomen, zou het aanbeveling
verdienen dat de leuningen, voor zoover deze nog overeind
staan, werden afgebroken en met de reeds losgeraakte stukken
op een veilige plaats opgeborgen.
Als dan verder de noodzakelijkste herstellingswerken aan
de brug en den walmuur werden verricht en de brug zoo noodig
tegen instorten gestut, zou voorloopig al veel gedaan zijn, om
verder verval van de ruïne tegen te gaan.
Tot meerdere kennis van den omvang en de indeeling van het
voormalig kasteel zouden de fundamenten, voor zoover deze
nog aanwezig zijn, opgegraven kunnen worden. Uitgraven
van de gracht zou, gezien de vele vondsten die dergelijke
onderzoekingen op ander terrein opleverden, wellicht nog
verrassingen kunnen brengen.
H. Korringa