HAARLEMSCHE HERINNERINGEN
In deze rubriek van ons Jaarboek moge, nu hij op 4 October
1941 op 81-jarigen leeftijd is heengegaan, Arent Broek-
meijer met een enkel woord worden herdacht. Wij danken
aan hem herinneringen in handschrift, die het Bestuur aan
leiding hebben gegeven tot het aanleggen van een dossier,
waarin allerlei Haarlemsche souvenirs van zijn en anderer
hand bijeen zijn gelegd en die nog uitgebreid worden, naar
mate schrifturen van diergelijke soort ter bewaring in het
archief van „Haerlem" het „Dossier Broekmeijer" komen
vermeerderen.
Broekmeijer's vader was werkzaam in de beklante tabaks
zaak van Bertram in de Grootehoutstraat tusschen Groote-
markt en Spekstraat: de Snuifmolen genaamd, waar toen
tertijd wekelijks wel 300 a 400 pond snuif over de toonbank
verkocht werd. Zijn moeder, Hendrikje Schot, was een van
de 12 kinderen van Arent Schot en Agatha Lemercier.
Schot was „Kastelein" van het Prinsenhof, later door zijn
zoon Jan Hendrik opgevolgd, welke laatste zich, als Amanu
ensis der Stads Bibliotheek tevens, een zekere vermaardheid
verwierf. Diens zuster Hendrikje was met haar man C. Broek
meijer bij de Schotten op het Prinsenhof ingetrouwd en onze
Arent heeft daar ook (Januari i860) het levenslicht aan
schouwd als tweede kind van het viertal (2 meisjes en 2
jongens) dat het echtpaar Broekmeijer op te voeden kreeg;
een halfjaar daarna, in den zomer van i860 werd het huis
Kruisstraat 29 betrokken, waar vader Broekmeijer een eigen
tabakszaak begon „de Hoop". Na zijn overlijden op nog niet
zeer gevorderden leeftijd, heeft Arent de zaak voortgezet,
ofschoon hij aanvankelijk voor kantoor-administratie was
opgeleid; de bekende onderwijsman J. W. van Dapperen
telde hem onder zijn leerlingen; hij wist de neigingen van
Broekmeijer tot talenkennis en litteratuur tot ontplooiing te
brengen, waarvoor Arent hem steeds dankbaar is gebleven.
Lodewyk van Deyssel, die als klant hem in later jaren in
den winkel nader leerde kennen en waardeeren, kenschetste
hem hoffelijk als zijn „medeminnaar in het rijk der schoone
letteren". Ook voor de muziek klopte Broekmeijer's hart
warm (zijn moeder kwam uit een musicaal milieu) en in zijn