- 8 -
Door zijn aanleg gevoelde hij zich het meest aangetrokken
tot het mede leiding geven aan de Christelijke arbeiders en
aan de Christelijke jongelingschap en het valt niet te betwij
felen dat deze oprechte persoonlijkheid voor velen in deze
kringen tot groot nut zal zijn geweest.
Zoo was hij redacteur van het weekblad „de Voorzorg"
van den Christelijk Nationalen Werkmansbond en lid van het
Hoofdbestuur van dezen bond.
Visser was lid van het Bestuur van de Christelijk Historische
Unie, afdeeling Haarlem en voorzitter van de Jonge-mannen
vereeniging.
In samenwerking met den initiatiefnemer Ds. Veen beijverde
Visser zich voor het tot stand komen van een vereenigings-
gebouw voor die vereeniging in de Lange Margarethastraat.
Dit gebouw beantwoordt goed aan zijn doel, het gezelschap
pelijk leven der jonge mannen te versterken, mede door
lezingen en bijbelbesprekingen.
Als lid van de Christelijk Historische Unie was hij gedurende
verscheidene jaren lid van den Raad van Haarlem, waar hij
niettegenstaande verschil van meening in aangename samen
werking met zijne mede-raadsleden mocht verkeeren.
Visser was gehuwd. Uit dit huwelijk sproten een zoon, die
zeer jong zijnde overleed en een dochter, thans volwassen.
Toen ik dan in de gezellige huiskamer, waar de goedver
zorgde bloemplantjes kleurig uitkwamen tegen de barre win
tersneeuw buiten, van zijn weduwe al deze biografische
gegevens omtrent onzen oud-collega Jan Visser had ontvan
gen, was het oogenblik van scheiden gekomen - niet zonder
dat bij mij een zeer aangename herinnering aan dit bezoek
bleef voortleven.
H. F. Boot