financieele raadsman geweest, maar voor zeer velen de ver trouwensman, degeen tot wien zij met de meest uiteenloopende kwesties en moeilijkheden kwamen, omdat zij van hem naar beste weten raad konden verwachten. Dan was hij de vader lijke raadgever, de belangelooze behartiger van andermans zorgen, voor wien geen moeite te veel was. Het algemeen vertrouwen, dat hij genoot, en zijn groote bekendheid met Haarlemsche toestanden en verhoudingen, maakten ook dat hij in 1903 werd aangezocht om voor Haarlem correspondent van de Nederlandsche Bank te worden. Typeerend was ook de aanhankelijkheid van zijn onderge schikten, van wie hij veel eischte, maar van wie hij dat kon doen omdat zij wisten, dat hij van zichzelf nog meer vergde. Laat ik naast de firma alleen nog noemen de Doopsgezinde Gemeente, „Teyler", en de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Bijna 58 jaar lang is Fontein lid geweest van den kerkeraad der Doopsgezinde Gemeente, een record zou men in den modernen tijd zeggen waarin men gaarne alles naar getallen beoordeelt; maar in getallen is zijn ver dienste niet uit te drukken: zijn trouw kerkbezoek, zijn waak zame zorg ook voor de materieele belangen, niet alleen van de gemeente zelf, maar ook van vele der daaronder ressor- teerende fondsen. Voortgekomen uit een oude Doopsgezinde familie, zat de eenvoud en de afkeer van luxe en overdaad hem in het bloed; maar het was niet alleen traditie die hem bond aan de Doopsgezinde broederschap; al sprak hij daar over weinig, wie hem goed kende, wist dat zijn kerkbezoek een bevrediging van werkelijke geestelijke behoeften was. „Teyler", dat was wel het terrein, dat naast de firma het meest zijn hart opeischte. Wie van Teyler sprak, die dacht aan Fontein, die daar in den loop der jaren alle functies had bekleed, van boekhouder, secretaris, directeur, en jarenlang als oudste: president-directeur. En onovertrefbaar waren de zorg en accuratesse, waarmede hij dacht aan alles wat Teyler aanging; onovertrefbaar ook de „stijl" waarin hij de vergade ringen van directeuren leidde en het oude cachet, zoo passend in die omgeving, bewaarde. En ook hier weer: die vereering voor hem van allen, zonder uitzondering, die bij Teyler in betrekking waren, of met Teyler of het Teyler's hofje te maken hadden. - 13 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1941 | | pagina 31