- i7 -
heid behouden, voor hen, die er moesten wonen bewoonbaar
blijven en niet tenslotte onder curateele van het Rijk geraken.
Voor die overtuiging gaf hij zich geheel; zij deed hem
misverstand bij eigen menschen riskeeren en kiezersgunst
versmaden.
Het pleit voor het gezond inzicht van Haarlem's burgerij,
dat zij zijn trouw aan die gemeente, welke hem zoo lief was,
beloonde met een éclatant persoonlijk succes bij de eerst
komende verkiezing, toen zijn fractie van 2 tot 5 leden steeg.
De strijd voor Haarlem's gezonde financiën, d.i. voor
Haarlem, door hem met succes gevoerd, doch onder zeer be
zwarende omstandigheden ondernomen, is een treffend bewijs
geweest van de onverzettelijkheid, die Slingenberg aan den
dag wist te leggen, wanneer hij zich een plicht opgelegd zag.
En zij, die hem voordien miskenden, zijn toen gaan inzien,
dat Slingenberg, naar zijn Groningschen aard „tenax
propositi", niet negatief hoofdig doch stellig trouw was.
Zijn wethouderschap werd gevolgd door zijn verkiezing tot
lid van Gedeputeerde Staten en daarna viel hem de onder
scheiding ten deel, benoemd te worden tot Raadsman der
Kroon, hetgeen een einde maakte aan zijn lidmaatschap van
de Eerste Kamer, waarin hij een gezagvolle positie innam, om
vervolgens wederom - thans voor de derde maal - bij het
dagelijksch bestuur van ons Gewest betrokken te worden, tot
hij plotseling op 9 Mei 1941 aan zijn Gade, zijn kinderen, zijn
vrienden en aan de gemeenschap ontviel.
Zoo heeft hij, nevens de in breeden kring gewaardeerde
vervulling van maatschappelijke functies, in en van uit
Haarlem gedurende meer dan 30 jaren de publieke zaak
gediend.
Zijn stoere gestalte is uit het stadsbeeld van Haarlem,
waarin ze een markante figuur was, verdwenen; zijn be
moedigend woord en vriendschap zullen velen missen, het
gemeenebest, aan welks belangen hij zich zoovele jaren met
vollen inzet van zijn persoon heeft gewijd, kan nimmermeer
een beroep doen op zijn bijzondere bestuurstalenten, er
blijft echter over de dankbare herinnering aan een burger
van beproefde trouw.
Mr A. Bruch