„de Eglantier". Dit lag geheel in de lijn van diens humanisme, waar de rederijkerskamers bekend stonden om hun libertijn- schen geest. Dit was in Haarlem met anders dan elders, blij"* kens het feit, dat in 1568 de factor (dichter van het gebruike lijke jaarvers) van Trou moet blijcken, Heyns Adriaansz., opgehangen werd wegens zijn scherp antipapistisch jaardicht. Toch moet men de politiek niet als grondslag van de toen malige rederijkerij beschouwen. Men was er niet alleen humanistisch in de theorie, maar ook humanitair in de prak tijk. De Stadsregeering wist hun kunstdrift, gepaard aan helde tot den naaste, te benutten ten bate van de stedelijke gemeen schap. Door de rederijkerij kwam in den tijd van GoLTZiushet stedelijk oude-mannenhuis tot stand. Kunstzin en liefde tot den naaste, ze leefden beide in Goltzius. Wat kunstzin betreft, in Haarlem verkeerde hij met zijn tijdgenoot Lieven de Key en hij kende ook Jacob van Campen. De zeeschilder Hendrik Vroom en de glasschilder Thibault (die voor Haarlem het beroemde raam in de kerk te Gouda maakte) behoorden tot zijn vriendenkring met andere kunstbroeders. Goltzius verkeerde in Amsterdam m den kring van Roemer Visscher en teekende Tesselschade en haar zuster. Carel van Mander schrijft in 1604 in zijn „Schilders- boek": „Zooals Plato dankbaar was in zijn stervensuur, dat hij ten tijde van Socrates had mogen leven, zoo verheug ik er mij over, dat ik meer dan 20 jaar met den grooten kunste naar Goltzius in vriendschap heb mogen leven.' Wat naastenliefde aangaat, Goltzius stond bekend om zijn milddadigheid. Een zijner bewonderaars, Puteanus, schrijft, na eerst zijn kunst te hebben geprezen „incertum arte an humanitate melior": het is onzeker of hij hooger staat door zijn kunst dan wel door zijn naastenliefde." Wanneer Johan de Witt 8 Maart 1604 aan Buchelius schrijft over een schilderij van Goltzius en dezen „optimus pictor" noemt, dan heeft hij het daarna over diens „experta humanitas zijn welbekende humaniteit. Treffend voorbeeld hiervan is het testament van zijn jongen huisgenoot Frederik de Vries, zoon van den stillevenschilder Dirk de Vries in Venetië. Frederik sterft in 1613 op 23-jarigen leeftijd en vermaakt aan Goltzius een St. Jan, copie van een werk van den meester zelf. Hij schrijft daarbij in zijn testament, dat hij niet alleen alles, wa.t hij bezit aan Goltzius heeft te danken, maar ook dat deze hem sinds - 26 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1941 | | pagina 50