- 29 -
Om Nieuwjaar 1617 is hij te Haarlem gestorven en in de
St. Bavo begraven.
III. GOLTZIUS EN ZIJN SCHILDERIJ
„DE ALCHEMIE"
Bij de wisseling van de eeuw in 1600 had zich ook in Golt
zius een groote verandering voltrokken. Op het toppunt van
zijn roem als graveur legt hij de graveerstift neer en grijpt naar
palet en penseelen. Hij was toen de 4° reeds gepasseerd.
Goltzius was een te groot kunstenaar, hij had te veel gezien,
ook zelf te veel geschapen van blijvende waarde, dan dat hij
middelmatig werk zou leveren. De meeste kunstcritici vinden
echter zijn oeuvre als schilder te koel en te beredeneerd. Men
mist er in het zoeken, den drang, de warmte der jeugd. Dr.
Hirschmann beschrijft in zijn „Goltzius als Maler" 69 schil
derijen van den meester; veelal bijbelsche of mythologische
onderwerpen, naast verscheidene portretten en zelfs enkele
dieren.
Er speelde zich in de eerste jaren der nieuwe eeuw nog iets
anders afin Goltzius' leven, dat daaraan tijdelijk een gansch
andere richting gaf: hij kwam tot de alchemie, de goud-
zoekerij.
.Mogelijk glimlacht men er om, dat een man van de ont
wikkeling van Goltzius zich hieraan waagde. Maar dan be
denke men, dat de goudzoekerij van alle tijden is. Nauwelijks
10 jaar geleden was er te München een groot proces tegen
zekeren Tausend, die voor zijn proeven 2.000.000 Mark bijeen-
gezwendeld had en het proces te Parijs tegen den Pool
Danikowski, die ten overstaan van de rechterlijke macht goud
zou maken, dateert van den jare 1933!
Wat het geval Goltzius betreft, dient men er zich reken
schap van te geven, dat bij de alchimisten van de 16e en 17e
eeuw niet zoozeer een baatzuchtig, dan wel een humanitair
streven ten gondslag lag: het zoeken naar een panacee tegen
alle ziekten. In 1611 publiceerde de eerwaarde Gabriël de
Cascagne, aalmoezenier van Lodewijk XIII, een aan Maria
de Medicis opgedragen alchimistengeschrift: „L'or potable
qui guerit tous les maux".
Hoe het zij, het onderwerp kreeg Goltzius' belangstelling.
Het vermoeden is wel geuit, dat die belangstelling gewekt was