- 85 -
Haarlemsche Beek met Zijl, Verwulft en Damstraat, alsmede
het Spaarne ressorteeren onder het begrip Waterstaat, zij het
ook, dat in het moerasveen mogelijk een natuurlijke ontwate
ring in de lengteas der strandvlakte plaats vond en dat het
Spaarne eertijds een aan de visschers, de binnenvaarders en
de krijgslieden bekende diepte of geul was in het veengebied.
Omtrent het woord Zijl voor uitwateringssluis is nog op te
merken, dat dit in het W weinig voorkomt. Mij is het in
Holland nog slechts bekend in den naam Zijlwatering voor
een der twee waterloopen, die ten W van het Haagsche Bosch
de twee strandvlakten aldaar ontwateren. De tweede draagt
den naam Kaswatering. In het N des lands, d.i. in Friesland
en Groningen, alsmede in Oost- en in Noord-Friesland, komt
het woord Zijl, uitspraak Ziel, en het duitsche woord Siel
(met zachte s) in talrijke plaatsnamen voor. Het zou mogelijk
ook zijn historisch nut kunnen hebben, na te gaan of in oude
geografische namen en andere woorden in en bij Haarlem
nog meer gevallen van dezen Saksischen en/of Frieschen in
vloed terug te vinden zijn.
Geologisch opgevat, behoort de kern van Haarlem met de
wijde omgeving derhalve tot een hooger gelegen, zandig duin
gebied. Dit grensde aanvankelijk aan zee en werd in histori-
schen tijd door jonge, hooge duinen van zee afgesnoerd. Het
was doorsneden door moerassige laagten of strandvlakten en
was in het O door een uitgestrekt veen scherp afgescheiden.
In vóórhistorischen tijd kan hier een bevolking hebben ge
woond, die in hoofdzaak leefde van jacht en visscherij, het
eerstè in het duin, zoowel als in het veen, het laatste zoowel in
het veen als op zee. Bovendien kan veeteelt bestaan hebben
en kan de binnenvaart eenigen handel hebben mogelijk ge
maakt. Deze bevolking had zijn heilige wouden. Een hiervan
kan op of bij Haarlem gelegen zijn geweest. Daaromheen kan
het latere, geschiedkundige Haarlem ontstaan zijn.
DrJ. F. Steenhuis