worden begraven. Aldus geschiedde. In 1854 werd de licha
melijke tuchtiging en in 1870 de toen reeds beperkte dood
straf afgeschaft.
Hiermede moge ik deze aanvullende mededeelingen eindi
gen, al zou er nog heel veel te vertellen zijn over de lijfstraffe
lijke rechtspleging te Haarlem en Omstreken in vroeger
eeuwen.
Een woord van bijzonderen dank moge ik hier brengen aan
mejuffrouw Dr G. H. Kurtz, gemeente-archivaris, en den heer
A. G. Sandijck, haar assistent, voor hun zoo gewaardeerde
hulp bij mijn nasporirigen voor dit artikel. Meermalen ver
schaften zij mij ongevraagd nieuwe bronnen en waardevolle
inlichtingen. In het oud-archief van de heerlijkheid Heem
stede zijn wel eenige stukken betreffende de galgen van Heem
stede, doch deze geven geen volledig overzicht, daar zij alleen
in hoofdzaak mededeelingen bevatten uit de correspondentie
der Haarlemsche regeering met Adriaen Pauw. Derhalve
hield ik mij aan de complete verzameling van stukken, enz.,
berustende in het gemeente-archief te Haarlem. Ook den heer
W. F. van der Burgh te Leiden, adjunct-archivaris van het
Hoogheemraadschap van Rijnland, dank ik zeer voor zijn
goede hulp mij eenige malen verleend bij mijn onderzoek naar
de vroegere lijfstraffelijke rechtspleging in Rijnland.
- IOO -
W. P. J. OVERMEER