- 40 -
Marktveld, wel is waar niet op den hoek van de Smedestraat,
maar toch zeer dicht daarbij. Mr B. van 't Hoff r) noemt
de kaart van Braun zeer onbetrouwbaar en meent, dat zij
gemaakt is naar een of andere af beelding van de stad ten tijde
van de belegering van 1572/3, zooals er zoo vele in den
historisch-topografischen atlas in het Gemeente-archief be-
berusten. De afbeelding, die mogelijk als voorbeeld heeft
gediend, zou die kunnen zijn, welke in 1573 te Antwerpen
is uitgegeven bij Phillip Galle, een aanzicht van de stad
tijdens het beleg van de Noordzijde 2)Inderdaad komt daarop
ook zoo'n vierkante toren voor tusschen het Raadhuis en de
Groote Kerk, maar nog veel meer naar het Westen dan op
de kaart van Braun. Het zou, mijns inziens, de dievenkelder
in de Barteljorisstraat kunnen zijn geweest, waarover P. Op
meer spreekt in zijn „Catholijck Martelaarsboeck" 3)Nog
valt op te merken, dat een dergelijk gebouw met vierkanten
toren op den hoek van de Barteljorisstraat ook voorkomt op
het vermeende Haarlemsche stadsgezicht, afgebeeld naar het
origineele schilderij in J. M. Sterck-Proot's „Haarlems
oudste tijden", blz. 103. F. Allan in zijn „Geschiedenis en
beschrijving van Haarlem", dl. I, blz. 495, vertelt, dat de
overblijfselen van een zwaren steenen torentrap in zijn tijd
(1874) nog aanwezig waren in een huis in het begin van de
Barteljorisstraat, waar voordien ook werkelijk een toren werd
gevonden, die in het 2e kwart der 19e eeuw is gesloopt.
Maar waar Van Mander zijn wetenschap ook vandaan
heeft, zijn gedicht is niet zoo algemeen verspreid geweest als
het boek van Ampzing, zoodat eerst door den laatste het ver
haal over het Oude Raadhuis op den hoek van de Smede
straat populair is geworden. Vermoedelijk heeft Ampzing door
P. Scriverius, die zijn werk aanvulde met de „Laurecrans
voor Laurens Coster", het gedicht van Carel van Mander
leeren kennen, immers Scriverius haalt deze regels aan in
zijn Hollandsche, Zeelandsche en Vriesche Cronijck (blz. 220).
i
(1) Mr B. van 't Hoff. Bijdrage tot de dateering van de oudere
Nederlandsche stadsplattegronden (Ned. Archievenblad, 49e jrg.).
(2) G. Ekama. Beleg en verdediging van Haarlem. Lijst der historie
prenten, nr. 3.
(3) Ibidem, blz. 199, n. 4. Opmeer vermeldt: „een kerker, als men
van de Markt ter rechterhand afgaat, met muren omringd en met zware
steenen versterkt."