- 47 -
soneele belasting van ,745-748 staat op naamwan Abraham
van der Poel, één der regenten van het Aalmoezeniers
Werkhuis die er klaarblijkelijk in woonde. Het is mij met
duidelijk geworden, waarvoor het gesticht deze wonmg verder
p-ebruikt heeft. Pieter Langendijk schrijft m een van zijn m
handschrift bewaarde aanteekeningen oyer de gcs^hlcc
van Haarlem 1), dat het gebouw gebruikt is als vergaderplaats
van de Directeurs over de fabriek der zijdemanufacturen,
doch uit de notulen van de regenten van
en Werkhuis blijkt niets daarvan. Wel is bekend dat
regenten van het St. Elisabeths Gasthuis op 12 Number 1693
een overeenkomst sloten met de regenten van het Aalmoeze
niers- en Werkhuis, waarbij zij, ten emde voortaan vrij te zijn
van subsidie aan dit laatste gesticht, aan de ^^^steren
huis overdroegen, dat zij m 1671 op last van Burgemecstercn
hadden opgencht. Mogelijk zijn het du, de directeuren van
dit ziidehuis die op de Hoofdwacht vergaderden.
\Vu naderen thans den tijd, dat het gebouw terecht den
naam van
Hoofdwacht droeg. Uit de resolutien van den
Krijgsraad der schutterijen van 13 Februari W55 blijkt
hun wacht, die op het Stadhuis lag, alle^lc\
zoo wegens de turf als andere mconvementen en de wensen
koesterde, dat het „Oude Stadhuis" tot wachtverblijf mocht
worden ingericht. Inderdaad werd in een extra-ordinairen
kriiesraad van I? Februari d.a.v. besloten tot het indienen
van een request bij het stadsbestuur, waarm men zou wijzen
op de ongSW die de wach, op het Stadhms ondervond
wegens koude en constitutie van I,ci gebouw als o<,k ,ioo
„„lelijke bedeeling van vuur en licht, terwijl ziI zelf tevens
een groot ongemak was voor de kastelemes die eronder
woonde - de wach, lag dus in de Groote Zaal - en ook het
brandgevaar in het Stadhuis vermeerderde. Om ai deze
redenen verzocht de Krijgsraad om een.eigengebouw-voorde
wacht en wees op het Oude Raadhuis, dat het Aalmoezeniers
8 vSto-ï'gïïchSe^ en den e.gendon.
"fic ÜÏSVal SiS—n, b,lz 8,, me...
tjes" te laten verblijven.