„Het Dubbele Ancker'NieuwRomen, een herberg, aan hetwest- einde van de Meesterlottenlaan. Het bekende Dronckemans- huisje ten Noorden van Eindenhout wordt in 1686 het eigendom van Cornelis van der Heyde, brouwer in „De Climmende Leeuwen" aan het Spaarne, die als hij het in 1703 verkoopt nog bedingt dat de nieuwe eigenaar zijn bieren uit die brouwerij moet blijven betrekken (Zie geschiedenis van Einden- hout Jaarboek 1934). Een bijzondere historische attractie bood Bethelehem; daarvan getuigt Mr M. Brouerius van Nidek die van 1729 tot 1741 eigenaar was van die plek waar toen Uit den Bosch stond. Hij schrijft in zijn fraai geïllustreerd werk „Zegenpralent Kennemerlant" daarover het volgende: „voor weinige jaren nogh zoodanigh een hier langs heen strek- kendt out stael der Spaensche borstWeeringe, tegens der Staten krygsmaght in het belegh van Haerlem in de jaren 1572 en 1573 opgeworpen' gevonden wiert die bykans ter plaatse, daer nu de voorgevel van dit buitenhuis staet, door een vierkanten schans by den Heerenwegh verzekert en gesloten was, dewelke de Baron van Batenburg by zyn mislukten aenval ter ont zetting van de belegerde stadt door den Spanjaert bedrieglijk verlaten vont en tot zyn ongeluk voorby trok." De Spanjaar den hadden zich toen namelijk in Den Hout zelf in hinderlaag gelegd, waar van Batenburg en de zijnen jammerlijk ver slagen werden. De resten nu van die Spaansche schans op een der hoogten der binnenduinen, waardoor de Lindelaan die sinds 1664 Den Hout afsloot, ook den naam Spanjaardslaan kreeg, vormden stellig een der aantrekkelijkheden voor de bezoekers van de herberg op dat punt, waar ook een kolfveld naast was. Het oudste stuk uit het archief op Uit den Bosch is van Meyendagh 1596, waarbij Cornelis Cornelisz Stick voor schout en Schepenen van Heemstede van regenten van het St. Elisabethsgasthuis tegen zes carolusgulden per jaar 75 roe grond in erfpacht krijgt, waarop deze Cornelis reeds in het jaar daarvoor „een huysinge had gestelt ende getimmert". Deze huysinge is waarschijnlijk de oorsprong van wat hier als herberg Bethelehem bekend werd. De grond grensde ten Noorden aan „den Drogen Hout" en ten O.Z. en W. aan het gasthuis. Die oude huisinge was door een nieuwere ruimte reeds overtroffen, toen kooper werd Pieter Jorisz van der Vos, waarbij de conditie dat „seecker lootsken of schuyrtien

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1942 | | pagina 88