onderstelt1), dat de achteruitgang van zijn behangselbedrijf en
de daarmee gepaard gaande zorgen voor het bestaan den
kunstenaar er meer en meer toe gebracht hebben toe te geven
aan zijn liefde voor het afbeelden van het dagelijksche leven
in kleinere schetsen en teekeningen tot eigen verstrooiing en
afleiding. Hierbij kwam ook lichamelijk lijden. Zijn biograaf
D. van Coppenaal2) meldt, dat hij in 1799 een aanval van
beroerte had doorstaan, welke hem hinderlijk was bij de
uitoefening van zijn kunst. Hierbij zal vooral gedacht zijn aan
het schilderen van groote stukken als kamerbehangsels en
schouwburgdecors.
Ook van Jurriaans broer en leerling, Anthony Andriessen,
bezit het Haarlemsche Gemeente-archief eenige teekeningen
uit de omstreken en wel duinlandschappen bij de z.g.n.
Blauwe Trappen tusschen Bloemendaal en Santpoort. De
zoon, Christiaan Andriessen, was meer een genre-schilder
en van hem zijn dan ook de kleederdrachten uit het 'Dagboek'.
G. H. Kurtz
- 6i -
(1) Tusschen rococo en romantiek, blz. 17 en 18.
(2) In: Jaar- en zakboekje der Kunst- en Wetenschap bevorderende
Maatschappij V. W., 1827. 0°k een, vermoedelijk eigenhandige, aanteeke-
ning op de Universiteits Bibliotheek te Amsterdam spreekt hierover.