HAARLEM EN DE GEOLOGISCHE WETENSCHAP 2. De ondergrond Alvorens ik met het bovenvermelde onderwerp een aanvang maak, zij het mij vergund, nog enkele opmerkingen te maken over en toevoegingen te geven aan hetgeen in het vorige jaar boek besproken is, n.l. den bouw en de wording der opper vlakte. ie. Na de verschijning van dit artikel gewerd mij van de zijde van de directie van Openbare Werken te Haarlem een teekening op de schaal i a 2500 met hoogtelijnen van de binnenstad. Deze interessante teekening, die wegens de groote nauwkeurigheid voor verschillende wetenschappelijke doel einden bruikbaar zal zijn, is eveneens van belang voor den geoloog. De hoogste plek blijkt niet te zijn, zooals men a priori zou kunnen hebben verwacht, de Groote Markt, doch het Verwulft, Anegang en omgeving eenerzijds en de Smedestraat anderzijds (hierin ligt het allerhoogste punt middenin). De toename der hoogte is zoo geleidelijk, zelfs eenigermate regel matig, dat men moeilijk aan anthropogene beïnvloeding alléén kan denken. De Groote Markt is derhalve als 'slag' verkeersweg) in het oude duinlandschap te beschouwen, die zich langs de huidige Zijlstraat eenerzijds en tusschen Damstraat en de Bakenessergracht anderzijds laat vervolgen. 2e. Hoewel de omgeving van de Bakenesserkerk wel iets hooger is gelegen dan de omliggende terreinen, is het toch moeilijk hierin een hooge kern te zien, gelijk in de twee boven genoemde plekken. Toch moet naar het oordeel van ter zake bevoegde deskundigen, n.l. gelijk mij van bevriende zijde werd opgemerkt - Prof. Dr J. Huizinga en Dr A. A. Beekman, de buurt Bakenes of het latere Oud-Haarlem historisch eerder bekend zijn geworden dan het eigenlijke Haarlem. Het eene behoeft het andere niet uit te sluiten. De grootst bekende hoogte van Bakenes, n.l. 1.50 m -f N.A.P., is iets beneden die van de Groote Markt, n.l. ï.6o m N.A.P., doch de bewoon baarheid in verband met den grondwaterstand en de gesteld heid van de oppervlakte was voor beide plekken gegeven. Al

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1943 | | pagina 104