- 63 -
was nu Bakenes historisch eerder bekend, toch behoeft hieruit
niet te volgen, dat de Steen van den Graaf en de aan de
huidige Bakenesserkerk voorafgaande kerk of kapel de oudste
gebouwen waren en derhalve nog minder, dat deze eerder
waren gesticht dan het kasteel van den Graaf en vooral de
Sint-Bavo-kerk. Of m.a.w.:vóór de historie van Bakenes en
Haarlem aanvingen, d.i. bekend werden, ging er reeds een
historie aan vooraf, die men derhalve voor Haarlem voor
historisch moet noemen.
3e. Niet zonder belang lijkt mij de afleiding van het woord
Bakenes. In nes herkennen wij ongetwijfeld het fransche nez,
Nederlandsch neus, uitstekende punt, gelijk dit in vele plaats
namen langs de Noordzee en het Kanaal voortleeft: De Nes,
Abbenes, Scherpenisse, Stavenisse, Ossenisse, Hontenisse,
(Ter) Neuzen, Gris Nez, Blanc Nez, Sheerness, Dungeness,
Blankenese, Walton on Naze, enz. Wat 'Bake' betreft, on-
mogelijk lijkt het mij niet hierin het huidige woord beek te
herkennen (Duitsch Bach), indien dit taalkundig mogelijk is,
immers de Beek was niet ver van het uitstekende punt der
Spaarne, in dit water geleid.
4e. Aan de voorbeelden, dieikopblz. 52 van het vorige jaar
boek gaf van praehistorisch-archaeologische vondsten kunnen
nog worden toegevoegd die welke wijlen Prof. J. van Baren
in het jaar 1913 vermeldde in zijn studie over den vertikalcn
bouw der zeeduinen in Nederland. Hierin werden determina
ties medegedeeld van beenderen van Equus caballus orien-
talis, het edele oostersche paard en van het korthoornige rund
(Bos brachyceros)Deze kwamen te voorschijn in een veen-
laag, optredend in de zanderij bij het Brouwerskolkje nabij
Overveen. Volgens den onderzoeker, wijlen Prof. L. Broeke-
ma, kwamen deze huiszoogdieren eveneens voor in de aller
oudste lagen van onze terpen (omstreeks begin onzer jaar
telling) Dit is derhalve een voorbeeld van vóór- of zeer vroeg-
historische bewoning.
5e. Uit correspondentie naar aanleiding van het eerste
artikel ontvangen bleek mij o.a., dat inderdaad de legende
omtrent het 'Meertje van Caprera' nog niet vergeten is. De
schrijver verklaarde haar ongeveer zestig jaar geleden uit den
mond van bejaarde personen te hebben gehoord, die hieraan
hadden toegevoegd, dat ze in het verleden van mond tot
mond was gegaan. Het is thans ruim vijftig jaren geleden dat