- 8o -
beneden der Aerden en een nevensgaende vrijen Uytgangh en
andere seer goede Commoditeyten'. Na diens dood kwam de
school 'daer present noch omtrent 30 Kostkinderen zijn, op
Maendagh den 4 February 1664 in de Prins van Orangie in
de Beverwijck in Opveylinghe', waarbij de vroegere onder
meester Iohannes Mes kooper werd. Een bekend mentor was
ook Mr Iohannes Heuvelman, die bij den eerder genoemden
boekverkooper Robbert Tinneken in de Warmoesstraat deed
uitgeven 'Het Stichtigh A.B.C. tot Nut der Jeught geschreven
met al de Schriften van Mr. Pieter van de Broecken', even
eens een schoolmeester. Op Dinsdag 6 December 1667 kwam
'in de Herberge 'den Ouden Haen' aen de Zuydzyde van de
Groote Kerck het van outs en tot noch toe seer beroemt
Fransse School van wijlen Mr. Johan Heuvelman, staende
ende leggende in de Jacobijnestraet, daer den Thuyn der
Jonckheyt uytsteeckt' eveneens onder den hamer. Op 28 Mei
1669 meldde een advertentie 'datter is komen woonen tot
Haerlem in de St Jansstraet, alwaer de Maeghdenbergh uyt
steeckt, een jonge Dochter, genaemt Catharina Colleth,
dewelcke van meeninge is een Fransse Gereformeerde school
op te rechten voor jonge Dochterkens, soo in de heele als halve
Kost om deselve te instrueeren ende leeren allerley Hant-
wercken alsmede lesen en schrijven'. En tenslotte woonde er
nog een Fransche kostschoolhouder, zekere Jean Pauquet in
de Groote Houtstraat.
De meeste aanwijzingen omtrent gebouwen, lokaliteiten,
gevelsteenen e.d. vinden wij de opmerkzame lezer zal het
bereids hebben geconstateerd in de aankondigingen van
verkoopingen, welke veelal geschiedden 'op de Sael van 't
Princen-Hof'. Aan de Noordzijde van de Groote Kerk 'neffens
de Marck vooraen in de Smeestraet' bevond zich 'de oudt en
wijtvermaerde Neeringrijcke Herbergh genaemt de Baster-
pijp', waarvan de hospes Iacob Breyn op 25 Mei 1669 bekend
maakte, dat hij 'voornemens is om 's Middaghs en 's Avondts
voor alle Heeren en Passagiers 't synen Huyse een ordinaris
Maeltijdt te houden, alwaer oock een yegelijck goede accomo-
diteyt van Camers en Legerplaetsen zal konnen hebben'. Deze
'Basterpijp' was 'beneden der Aerden voorsien met seven
heerlijcke Vertrecken, daerenboven twee schoone Koock-
Keukens en naer advenant voorsien van boven-Kamers als-