mede een seer schone Kelder'. Anderhalfjaar later was de
huur wederom te bevragen, ditmaal bij een zekeren Cornelis
van Campe. Voorts is in de advertenties nog sprake van de
Herberge "t Hof van Hollandt', de Herberge en Stallinge
genaemt 'de Goude Leeuw, staende ende leggende in de Zijl-
straet', de Laecken-Halle, staande op de Raeckx, de ver-
maerde Huysinge genaemt 'de Pellicaen', de Herberg(?)
"t Groot Iuweel' in de Koninghstraet, de Brouwerij 'de
Kroon', eigendom van Romeijn de Weijn, makelaar in granen,
den wever Pieter van de Velde, wonende in de Schachel-
straat 'in de Galander Molen', de lakenkoopers Cornelis
Jansz. van Groeningen van den Burgwal en Warnaer van
Weyningen, wonende in de Breestraat in de Beverwijck,
Pieter Bossu, zilversmid achter de Groote Kerk, den verver
Thomas Kirby, wonende buyten Haerlem tusschen de kleine
Houtpoort en de Leidsche Waterpoort op de Lusteburgerlaan
in "t Wapen van Groeningen', die aan alle 'coopluyden ende
winckeliers' kond deed, dat hij verfde 'Incarnaet, Nacker,
Coleur de Feu, en Appelblosem op Syde ende Syde Stoffen en
Cattoenen ende Garen ende Garen Linten, yder syn gerijf';
den steenhouwer Anthony Verbestelt, wonende op den Burg
wal 'in de blauwe steene Slijpmoolen' en een zekeren Gysbert
Segerman, Knecht van 't Comens Kramers- ofte Apothee-
ckersgilde in de Witte Heeresteegh op 't Comens Hof'. Het is
schrijver dezes niet bekend of, en zoo ja welke van de hier
bovengenoemde gevelsteenen, al dan niet op hun oorspron
kelijke plaats, voor het nageslacht bewaard zijn gebleven.
Mogelijk vinden liefhebbers van de oude geschiedenis onzer
stad in deze regelen aanleiding om ter zake navorschingen te
doen; het zou de eerste maal niet zijn, dat achter een dikke
kalklaag of op een stoffigen rommelzolder een dergelijke steen
werd teruggevonden
Het vervoer van reizigers en goederen geschiedde per wagen
of trekschuit. Advertenties betreffende dienstregelingen leeren
ons, dat er elk uur een schuit vertrok van Haarlem naar
Amsterdam, terwijl die naar Alkmaar 's morgens te 8 en 11
uur afvoeren. 'Met believen en consent van de E.E. Heeren
Burgermeesteren' vertrok voorts 'alle drie Weecken preciselijck
een Schip op Londen, 't zy of 't selve volladen zy of niet',
terwijl op n Mei 1669 'Burgermeesteren ende Regeerders be-
- 8i -
