om te helpen dit te bereiken. Bij zijn afscheid in 1934 van het onderwijs en het vereenigingsleven bood de afdeeling Haarlem van het N.O.G. hem uit erkentelijkheid voor zijn groote ver diensten het eerelidmaatschap aan. Door zijn pensionneering kon hij zich nu geheel wijden aan historische onderzoekingen. Dagelijks trok hij er op uit en werd een getrouwe bezoeker van het Gemeente- en het Rijks archief, van de Stadsbibliotheek en Leeszaal en van Teyler's Stichting. Zijn bijdragen in tijdschriften trokken ook buiten Haarlem de aandacht. Zoo benoemde het Historisch Genoot schap, gevestigd te Utrecht, hem uit waardeering van zijn arbeid tot lid van dit Instituut. De Stichting 'Haarlems Bloei', die wandelingen door Haar lem organiseert, vond in hem een gids, die zich welwillend met de rondleiding van gezelschappen wilde belasten en zoo heeft hij gedurende vele excursies de oogen van menigeen ge opend voor het schoone, dat onze goede stad uit haar roemrijk verleden in niet geringe mate heeft weten te bewaren. De Vereeniging 'Haerlem' rangschikte hem onder haar meest toegewijde leden. Was er iets, dat in de archieven nauw keurig moest worden nageplozen, dan werd er nimmer ver geefs een beroep op zijn welwillendheid gedaan. Op de ver gaderingen en lezingen gaf hij door zijn tegenwoordigheid blijk van zijn warme belangstelling in de Vereeniging en bij de uitstapjes kregen zij, die zich in zijn nabijheid bevonden, menige merkwaardige opmerking te hooren, waaruit zijn uit gebreide kennis van het verleden bleek. Gerardus Johannes Bettink was een spontaan en hartelijk mensch, die tot het laatst een zeer arbeidzaam leven heeft geleid. Er waren wel eens dagen, toen hij zoo middenin het school- en vereenigingsleven stond, dat hij zich haast over stelpt gevoelde door de werkzaamheden. Dan zocht hij ver kwikking in de rust van den huiselijken haard of verschafte zich door een bezoek aan een vriend de noodige afleiding om straks weer met nieuwgeputte kracht zich door de drukte heen te slaan. Zijn groote hulpvaardigheid was een mooie trek in hem. Wanneer hij aan een onderzoek bezig was en hij ont moette toevallig iets wetenswaardigs uit het voorgeslacht van een vriend, dan schreef hij dat over en deed het dezen toe komen. Die mededeelingen, welke als verrassingen verschenen, deden meermalen vragen rijzen en dan was het hem een -lo

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1943 | | pagina 28