- i3 - hand in het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde verschenen. In datzelfde tijdschrift verscheen in 1911 een artikel van hem over de krukscoliose (de zijdelingsche verkromming van de ruggegraat bij personen, die zich bij het loopen van één kruk bedienen). Zijn dankbaarheid aan zijn leermeester Prof. Hegtor Treub bracht hij in 1912 in het bijzonder tot uiting door met een artikel over 'Een kenmerk van het scheef-vernauwde bekken' deel te nemen aan den feestbundel, uitgegeven bij de feestelijke herdenking van Treub's 25-jarig professoraat. En eindelijk promoveerde hij op 13 December 1918 te Amsterdam tot doctor in de geneeskunde op een proefschrift 'Krukscoliose en Krukbekken'. Ondanks al dezen zuiver wetenschappelijken arbeid en zijn drukke verloskundige praxis hield hij nog voldoende lust en tijd over, om zich aan meer maatschappelijke aangelegen heden te wijden. Natuurlijk moest dan wel in de eerste plaats zijn belang stelling uitgaan naar de Nederlandsche Maatschappij tot be vordering der Geneeskunst. In de afdeeling Haarlem daarvan speelde hij dan ook een belangrijke rol. In het bestuur was hij weldra vertegenwoor digd, en ook in de jaren 1923-1925 voorzitter, welke eere plaats hij op uitstekende wijze heeft ingenomen. Vele oudere collegae zullen zich stellig nog zijn kranige leiding, zijn pittige toespraken en geestige opmerkingen herinneren. Ook had hij in dien tijd nog eenige jaren zitting in den Districtsraad dier Maatschappij, zich uitstrekkende over Noordholland (behalve Amsterdam) en het noordelijke deel van Zuidholland. Maar ook andere vraagstukken van allerlei aard hadden zijn onverdeelde aandacht. Met zijn helder verstand, zijn groote belezenheid, zijn geestige kritiek en zijn scherpen redenaarstrant boeide hij steeds ons allen en behoorde tot de collegae, met wie het steeds een genoegen was, een gesprek te voeren. Door zijn patiënten, die hij bovendien met waarlijk vader lijke zorg behandelde en aan zich wist te binden, werden die geestesgaven op hoogen prijs gesteld, alsmede door zijn naaste familieleden, zijn vrouw en zijn dochters, vooral wanneer hij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1943 | | pagina 33