Haarlem, waardoor hij graag dwaalde na schooltijd, op zijn
voor schoonheid zoo ontvankelijk gemoed maakte.
De strenge godsdienstige opvattingen welke in het ouderlijk
huis heerschten hebben zeker wel den meesten invloed op hem
uitgeoefend: religieus bewustzijn gegroeid uit, maar tegelijk
in tegenstelling tot de orthodoxe opvattingen welke reeds den
naar een godsdienstigen levensinhoud zoekenden jongen niet
konden bevredigen - heeft aan zijn wijsgeerige opvattingen
en aan zijn levenspraktijk richting gegeven.
Na het gymnasium te Haarlem te hebben doorloopen, ging
hij m Utrecht theologie studeeren. Reeds als gymnasiast had
hij groote belangstelling voor letterkunde en kunstgeschiede
nis; de beweging der 'tachtigers' had sterken indruk op hem
gemaakt. Maar hij zou zijn eigen weg zoeken en maken. Zijn
studietijd was een zoeken naar waarheid, naar levensverdie
ping en vaste richting. Niet zonder innerlijken strijd vond hij
zijn roeping in het predikambt en in een theologie, welke
evenmin bij de orthodoxie als bij het modernisme thuis be
hoorde. In een filosofie die hij, eigen wegen gaande, geleidelijk
zelf zou opbouwen, vond hij vervulling en levensroeping
Reeds zijn dissertatie van 1891 (De beteekenis van Shaftesbury
in de Engelsche Ethiek) getuigde daarvan. Zooals zijn eerste
geschrift, was ook een der laatste boeken welke hij zou schrij
ven aan de Ethiek gewijd; zijn wijsbegeerte was levensleer.
Zijn uiterlijke levensloop kan met weinige woorden vermeld
worden. Van 1891 tot '95 bewoont hij de pastorie van het
afgelegen, nog bijkans middeleeuwsche stadje Ootmarsum.
Daarna wordt hij beroepen naar Hoogland bij Amersfoort,
waar hij blijft tot 1900, in welk jaar hij overgaat naar Roosen
daal bij Arnhem. In 1906 gebeurt er iets dat hem aanleiding
geeft zijn emeritaat te nemen, en zich geheel te wijden aan de
wijsbegeerte, welke hij als zijn levensroeping kent. De Utrecht-
sche hoogleeraar in de wijsbegeerte van der Wijck, die
aftreedt, heeft hem als zijn opvolger aangewezen; hij staat
als eerste op de voordracht, maar er vindt een politieke be
noeming plaats^ buiten de voordracht om. De teleurstelling
is ernstig, en hij besluit zijn eigen weg te scheppen om de
waarheid te verkondigen waartoe hij zich geroepen weet; een
besluit dat hem, om het onzekere van de toekomst die dit
meebrengt, moeilijk is gevallen. Hij vestigt zich dan te Haar
lem, en spoedig daarna te Aerdenhout; van welk oord na zijn
- 26 -