- 27 - dood getuigd zou worden 'dat het bijna veertig jaar de eer genoten heeft een dichter-denker onder zijn bewoners te tellen, wiens naam reliëf geeft aan de plaats zijner inwoning'. In zijn studeerkamer in het huis in Aerdenhout komt dan het omvangrijke werk tot stand waarin hij zoo rijkelijk de gaven van zijn geest heeft geschonken aan het Nederlandsche volk, dat, in zijn meest verschillende lagen, in zijn boeken en zijn tallooze voordrachten vervulling heeft gevonden in een behoefte aan levensverdieping en geestelijke leiding. Zoowel uit de meest eenvoudige kringen, als uit de kringen van intel- lectueelen en geleerden kwam de weerklank en bleek de waardeering voor wat hij bood. Als docent op de School voor Maatschappelijk Werk, in Volksuniversiteiten door het geheele land - geen reis in winterweer was hem daarvoor te bezwaar lijk - op de School voor Wijsbegeerte te Amersfoort, in Barchem, in tal van particuliere kringen, overal had hij zijn hoorders. Ook buitenslands werd hij gevraagd lezingen te houden: in Berlijn, in Rome, in Gent. De onderwerpen dezer lezingen lagen op het wijde gebied dat zijn geest omspande, maar vooral op dat der cultuurgeschiedenis, op welk gebied, in al zijn uitgestrektheid en veelzijdigheid, hij thuis was als weinigen. Zijn boeken - een paar dozijn in getal - bewogen zich grootendeels op wijsgeerig gebied, zooals reeds de titels getuigen: Menschengeest, Wereldorde en Geestesleven, Het Rijk van den Geest, enz. In verschillende werken heeft hij zijn wijsgeerige visie toegepast op onderwerpen van kunst en cul tuurgeschiedenis, zooals: In Gewesten van Kunst en Schoon heid, boeken over Faust en Dante, over het Tragische en het Komische. Sommige boeken met wijsgeerige essays, zooals Idee-Studies, De Verborgen Harmonie, Vergezichten, zou men tot een wijsgeerige letterkunde kunnen rekenen. Ook publiceerde hij een bundel verzen: Perspectieven. Maar welken uitingsvorm zijn geest ook vond, steeds was het de zelfde geest die daarin sprak: het was de overtuiging van de werkelijkheid der onzichtbare wereld, de eeuwige wereld der Idee, of van God, die deze zichtbare wereld zin geeft en boven zich zelf uitheft. Zijn filosofie was niet in de eerste plaats vakfilosofie (zij was dat ook, en behalve enkele boeken getuigt vooral het door hem opgerichte en geleide Tijdschrift voor Wijsbegeerte van zijn werk op dit speciale gebied). Zijn wijsbegeerte was bovenal

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1943 | | pagina 57