den rondom de Voorkoekoek behoorden oudtijds blijkens de
gegevens omtrent de belendingen in de transportakten tot
„het groen laken", waarin de Haarlemsche godshuizen als het
H. Geest- of Weeshuis, het Leprozenhuis en het St. Elisa-
bethsgasthuis bij voorkeur hun geld belegden. Maar in de
eerste helft van de 17de eeuw werd ook hier de neiging van
vermogende Haarlemmers vastgelegd om zich in bestaande
hofsteden of in nieuwe steenen gebouwen zomerverblijven in
te richten. Voordien was de toestand in de omgeving van
Haarlem te onrustig voor dergelijke genoegens.
De eerste familie die daarbij in de archiefstukken van Ipen-
rode te achterhalen is, is de Katholieke familie van Poelen
burg. CoRS CORNELIS VAN POLLENBURG (d.i. POELENBURG)
had in 1608 de „hofstede genaamd de Voorcoeckoeck", groot
5 morgen 50 roe, gekocht van Pieter Symons Ruyter. Ten
Oosten en ten Zuiden lag deze omgeven door stukken grond
van Berckenrode, dat toen behoorde aan Jhr. Hendrik van
Berckenrode. Ten Noorden en Westen lag een stuk grond van
Johanna van Beegkesteyn, weduwe van Jhr. Johan van
Persyn, verwanten der Berckenrode's. Voor een klein deel
grensde de Voorkoekoek in het Westen aan de „Anderden
houtsvaart". Dit was het Zuidelijkste deel van de Houtvaart,
aat in 1657 bij den aanleg van de Leidschevaart in deze werd
opgenomen.
Toen tevoren, namelijk op 13 Maart 1606, deze 5 morgen
50 roe weiland door de erven Fransen werden getranspor
teerd aan den Katholieken Haarlemmer, Mr. Frans van
Nesse, werd de hofstede nog niet afzonderlijk vermeld en dus
ook de naam niet genoemd.
Cors Cornelis van Poelenburg kreeg er op 2 Januari 1613
n(V' door bemiddeling van Jhr. Johan van Beresteyn, in
erfpacht bij een stuk weiland, groot „omtrent" 4 morgen.
Beresteyn, secretaris der baljuwschappen van Kennemerland,
™a' j lndezen °P aIs procurator van Mr. Hendrik Coggeman,
Med. Doctor, alsdan resideerende te Mechelen. Het perceel
grond was aan de vaart gelegen „naast de Koeckoek".
De Voorkoekoek grensde in 1608 nog niet aan den Heeren-
W£?' ^.aar ^ad een „notweg" over de gronden van Bercken
rode. Op 13 Maart 1626 transporteerden de verschillende erf
genamen van Weyntgen Willems, de weduwe van Cors
Cornelis van Poelenburg, met toestemming van de Wees-