Steur in „Oude gebouwen in Haarlem" ten onrechte den tegen-
woordigen vorm van de Hoofdwacht toe, die hij omstreeks
1650 dateert. Maar toen deze Scipio in 1668 op 23 October
trouwde, woonde hij op de Oude Gracht. Zijn echtgenoote
werd Clara Johanna Criex, uit een Utrechtsch geslacht van
Tafelhouders. Blijkbaar waren Scipio's ouders al spoedig
weinig sympathiek gestemd jegens die schoondochter en haar
familie, want in het archief bevindt zich het extract uit het tes
tament van Cornelis en Jannette, op 23 Febr. 1670 ge
passeerd voor den Haarlemschen notaris Massa, waarin zij
alle maatregelen nemen dat ooit „hun zoon of desselfs kinderen
niet en sal of te sullen mogen disponeeren ten voordeele en
profyte van de voorsz. Juffrouw (Clara) Johanna Kriegx ofte
die van haren bloede".
Toen dan ook Clara in 1688, hertrouwd in 1680 met
Pieter van der Does, later procureur-generaal van den Raad
van Brabant, de Voorkoekoek wilde verkoopen ten bate van
Scipio's drie onmondige kinderen, was een speciale „approu-
veering" noodig van de Haarlemsche Weeskamer. Bij dezen
verkoop op 8 Maart 1688 werd eigenaar van de Voorkoekoek,
toen 22V2 morgen groot, Hendrik Huntum (ook Hontum
gespeld) uit een Amsterdamsch koopmansgeslacht. In de
akte worden afzonderlijk vermeld „een heerschapshuis, een
boerewoning en de Laen".
Blijkbaar hadden dus de Ormea's een steenen heerenhuis
op het goed doen bouwen. Mogelijk is het oude huisje bij de
nieuwe tuinmanswoning een aanwijzing voor de veronder
stelling, dat dit huis recht tegenover de ingangslaan gelegen was
en de lage bouw achter tegen de 18de eeuwsche stallen is opge
trokken uit dezelfde mooie roode Leidsche baksteen als die 17de
eeuwsche boerenwoning. Mogelijk bestaat er dus verband tus-
schen dezen aanbouw en het oude verdwenen heerschapshuis.
Overoude taxisboomen bij die oude verlaten woning zijn
wellicht de uitgegroeide resten van een oude taxishaag, waar
schijnlijk uit den tijd der Ormea's. Op dit gedeelte van het
landgoed staan ook de oudste boomen. De laan, waarvoor
VanderWiele den grond verwierf, ligt deels nog, evenals de
Heerenweg,^ op zandgrond, maar halverwege verraden de
wilgen terzijden en ook de modder, als de hal in den grond
zit, dat daar het veen begint, waarop ook het overige deel
van het landgoed is aangelegd.